De Europese unie wil de bijen gaan inzetten om de omgeving te screenen op pesticiden. Een bijzonder goed idee, want bijen vliegen makkelijk 3 kilometer ver om nectar en stuifmeel te verzamelen. Eén bijenvolk monitort dus een gebied van meer dan 28 km². Met het INSIGNIA-consortium willen we nagaan wat de beste analyse-methode is om het dagdagelijkse werk van de bijen om te zetten in waardevolle informatie over de aanwezigheid van pesticiden in de omgeving.
Eind 2018 ging dit project van start onder leiding van Sjef van der steen (Alveus consultancy). In 2019 werden vier verschillende mogelijkheden getest op hun efficiëntie, bijen- en imkervriendelijkheid.
De 2 methoden die verder zullen gebruikt worden in de veldproef van 2020:
- Stuifmeelvallen: afvangen van de stuifmeelklompjes waar de bijen mee naar huis komen.
- “Apistrips”: een gecoat plaatje dat in de bijenkast wordt gehangen en waarop alle chemicaliën worden gefixeerd die door de bijen die er langs passeren worden aangebracht.
De niet weerhouden staalname-methoden:
- “Bee-tubes” die in de kastingang gemonteerd worden en “smeersel” verzamelen van de inkomende bijen. De inkomende bijen worden verplicht door een buis met ruwe wand te kruipen. Hetgeen achter blijft op de wand kan dan geanalyseerd worden op de aanwezigheid van pesticiden.
- Bijenbrood: het stuifmeel opgeslagen in de ramen.