Bijengif en ander biomedisch onderzoek

Eén van de eerste onderzoeksactiviteiten die binnen het team van prof. Dirk de Graaf werd ontplooid, handelde over het gif van de hymenopteren, oftewel de vliesvleugeligen, de groep waartoe bijen en hommels behoren. Dit was het gevolg van het feit dat de corporate partner L-MEB (toen nog Laboratorium voor Zoöfysiologie) in dezelfde vakgroep was ondergebracht als de laboratoria van de professoren Jozef Van Beeumen en Bart Devreese, die baanbrekend werk hebben verricht op het vlak van de proteoom-analyse. Op die manier werd het technisch mogelijk om de giffen van verschillende bijen, (sluip)wespen en hommels te ontrafelen. Deze onderzoeksas heeft ons toegang gegeven tot grote internationale genoom-sequenering consortia en zorgde voor een mooie output met publicaties in de gezaghebbende wetenschappelijke tijdschriften Nature en Science. Van sommige nieuw ontdekte gifcomponenten kon nadien aangetoond worden dat zij betrokken zijn bij de allergische reacties die sommige patiënten ontwikkelen na een (bijen)steek (vb. icarapin oftewel Api m 10). Het onderzoek naar de immuun-onderdrukkende eigenschap van het sluipwespengif heeft een mogelijks belangrijke biomedische toepassing, met name op het vlak van ontstekingsremmers.