Honingbijpopulaties zijn gekend voor hun sterk geëvolueerde eusociale organisatie. Enkel de koningin heeft het recht de eitjes te leggen, terwijl duizenden werkster bijen alle andere taken in de kast uitvoeren. Dit extreme altruïsme houdt in dat de werksters afzien van hun mogelijkheden om voort te planten, speciaal om zorg te kunnen dragen voor de nakomelingen van de koningin. Deze steriliteit is echter omkeerbaar! Wanneer de koningin sterft en pogingen om een nieuwe koningin op te kweken falen, starten 30% van de werksters met de activatie van hun (voorheen rudimentaire) ovaria. Hierdoor zijn ze in staat om haploïde, volledig ontwikkelde eitjes af te leggen.
Centrale doelstelling
De ontrafeling van de moleculaire netwerken die betrokken zijn in de activatie en/of onderdrukking van de werkster ovaria.
Er werden verschillende experimenten opgesteld om te achterhalen welke bijen preferentieel hun ovaria activeerden. Het transcriptoom van deze bijen werden bestudeerd door middel van microarray analyse, het proteoom van de hersenen, ovaria en hemolymfe werd onderzocht en het peptidoom van de hersenen werd vergeleken tussen steriele en reproductieve werksters om zo belangrijke regulatoren van ovaria activatie te achterhalen. De meest beloftevolle genen werden dan geselecteerd om gericht uit te schakelen via RNA interferentie (RNAi).
Een viertal onderdelen kunnen worden onderscheiden in dit onderzoek.
Gedissecteerde werkster ovaria. A: geactiveerde werkster ovaria, B: geïnactiveerde werkster ovaria.