De hoofdvoordracht was voor dr. Torsten Wappler die met een verrassend verhaal kwam over hoe het met de bijen en andere insecten gesteld was in de geologische tijdperken oligoceen en mioceen, enkele tientallen miljoenen jaren geleden. Onverwachte fossielen van insecten, maar ook van bladeren van planten met kenmerkende letsels van plaagsoorten hebben een schat aan informatie aangeleverd. De introductie van de lezing van Manuel Plate vond ik best te smaken. Hij verwees naar de onwaarschijnlijke sprong van Bob Beamon tijdens de olympische spelen van 1968: 8,90 m ver; een verbetering van het vorige wereldrecord met wel 55 cm. Hoe was dit mogelijk. Er was rugwind, grote hoogte (Mexico stad) en zijn 2de beste sprong ooit was slechts 8,33 m. Dit dan vertaalt naar de bijen: het moet genetisch goed zitten om een goede honingoogst te hebben; maar er zijn tal van andere factoren die maken dat we een uitzonderlijke oogst hebben. En dan volgt een verhaal van simulaties over waar we met de bijen naar toe gaan op vlak van inteelt en teeltwaarde verbetering. De complexe structuur van een bijenvolk met meerdere vaders en dus halfzusters maakt dat bij honingbijen de verwantschap over de generaties heen anders is dan bij andere dieren. Het komt in meerdere verhalen terug en is een obstakel om modellen te ontwikkelen over overerfbare kenmerken.
DAG-Tagung Duitse bijeninstituten
23 maart 2018
Van 20-22 maart jl. verzamelden de Duitse bijenonderzoekers voor hun jaarlijkse DAG-Tagung in Koblenz, Duitsland. Ieder jaar is het een ander bijeninstituut dat uitnodigt; dit jaar was het Mayen, maar om organisatorische redenen werd uitgeweken naar de vesting Ehrenbreitstein te Koblenz, die van op een steile rots uitkijkt op de samenvloeiing van Moezel en Rijn. Gastheer was dr. Christoph Otten (zie foto). Vanuit Vlaanderen was een kleine delegatie present. Ook dit jaar was het programma weer goed gevuld met wel 35 lezingen van gekende en minder gekende onderzoekers. We beperken ons tot enkele hoogtepunten.
Dr. Tjeerd Blacquière
Dr. Marina Meixner vertelde over een studie over de diversiteit van de honingbijen in Europa op basis van genetische en morfologische gegevens. Het onderzoek heeft een nieuwe classificatie van de ondersoorten uitgetekend op basis van SNPs, kleine wijzigingen in het genetisch profiel. Weldra zal hiervoor een diagnostische tool beschikbaar worden gesteld. Dr. Tjeerd Blacquière van Wageningen had het over de ‘Darwin’s black bee box’ voor selectie naar Varroa resistentie waarbij de kasten niet meer behandeld worden. Bij aanvang van zijn lezing maakte hij een vergelijking tussen natuurlijke selectie en doelgerichte selectie. Het verschil is dat men bij natuurlijke selectie niet kiest voor het kenmerk dat moet ontstaan, zolang de bijen maar beter ‘aangepast’ zijn aan de gegeven omstandigheden (in dit geval de varroadruk). Hij heeft nu een strategie ontwikkeld waarbij het proces een beetje wordt versneld door de volken onder natuurlijke selectie op verschillende momenten te evalueren: het overleven tijdens de winter, de snelle ontwikkeling in het voorjaar en de ontwikkeling van een darrenpopulatie spelen hierbij een grote rol. De volken worden jaarlijks gesplitst en voor de paring van de moer verhuist het volk even naar een afgelegen locatie. De gegevens die hij in de periode 2009-2015 over de aangroei van de varroapopulatie heeft verzameld zijn indrukwekkend, vooral dan vergeleken met de controle volken die hij 2x per jaar met oxaalzuur heeft behandeld. In 2018 is een nieuwe reeks experimenten gepland en hij nodigt iedereen uit om hem te vervoegen.
Het verhaal van de ‘recapping’ komt bij een andere spreker even aan bod: werkster die een gesloten broedcel even openmaken om de varroamijt te laten ontsnappen. Een gedrag van de bijen dat mee kan helpen om de reproductie van de mijt te onderdrukken. Er zijn verschillende verhalen over het verwerken van videobeelden van gemerkte honingbijen om hun taak - in bijvoorbeeld het hygiënisch gedrag - in kaart te brengen. Het kan de duur van de verwerking van de videobeelden aanzienlijk verkorten.
Valentina Resnik van Oberursel vertelt hoe pesticiden het looppatroon van de bijen beïnvloeden en Annely Brandt heeft het over de impact van thiacloprid (neonicotinoïde) op de immuunprocessen van de Osmia bijen (metselbij). Tijdens haar onderzoek ontdekt ze dat mannelijke individuen wel 2,8x meer van het besmette voedsel opnemen waardoor de impact van het pesticide veel groter is. Zij verwijst naar de EFSA procedure dienaangaande die gericht is op het gebruik van vrouwelijke individuen in de blootstellingproeven, wat volgens haar aanleiding geeft tot een onderschatting van de werkelijke effecten.
Op de laatste dag zijn er verschillende verhalen over Amerikaans vuilbroed. Zo is er een nieuw genotype (ERIC V) ontdekt en zijn de immuunreacties tegen de bacterie in kaart gebracht. De bacterie maakt een toxine, Plx2A genaamd, dat uitvoerig bestudeerd werd. Benjamin Conlon van de Universiteit van Halle-Wittenberg vertelde over bijenvolken die resistent zijn tegen Varroa door de reproductie van de mijt te verhinderen. Het leunt sterk aan bij de onderzoekingen die recent in Gent werden gevoerd. Conlon heeft gewerkt met de Gotland bijen (Zweden) en nadien met bijen van John Kefuss uit Toulouse, Frankrijk. Hij heeft van deze eerste populatie de verantwoordelijke genoomgebieden in kaart kunnen brengen. Voorlaatste lezing was van Bettina Ziegelmann (Hohenheim) en ging over het gebruik van lithiumzouten tegen de Varroa. We hebben hierover recent verhaald in een Newsflash van Honeybee Valley. Bettina was de enige voordrachtgever die bij aanvang werd onthaald op een applaus. De wetenschappelijke publicatie over dit beloftevol therapeuticum heeft blijkbaar veel teweeg gebracht en in Koblenz deed ze voor de uitbundige menigte haar verhaal nog eens over. Afsluiten deden we met een verhaal over Apivar, een geneesmiddel dat sinds kort ook in Duitsland mag worden gebruikt. De firma kondigde dit met tromgeroffel aan, wat bij de Vlamingen in de zaal de wenkbrauwen deed fronsen, want het is een product dat we in België een flinke tijd geleden al gebruikt hebben.
Promotie voor EurBee8
Het was weer een uitgave van de DAG Tagung van een hoog niveau. Want naast de 35 voordrachtgevers waren er minstens zoveel posterpresentaties die de selectie voor mondelinge presentatie net niet gehaald hebben. Uiteraard heb ik van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat promotie te maken voor EurBee8, het congres dat we straks in Gent organiseren. En in de weinige vrije momenten heb ik toch even de oude stad Koblenz verkend; en ik kan bevestigen: het is daar leuk om vertoeven.