Menu

Platform voor samenwerking

Honeybee Valley wil het probleem van de bijensterfte aanpakken door samenwerking met diverse partners

Winterbroed opvolgen met temperatuurmetingen

I Buttons in raam

De vraag of er nog broed in de kasten aanwezig is, houdt in de wintermaanden de imkers bezig. Wanneer stopt de koningin met leggen en hoe lang duurt die broedloze periode? Voor velen is dat het moment om het volk te behandelen met oxaalzuur tegen de varroamijt. Met onze steeds warmer wordende winters, zien we onze bijen ook regelmatig vliegen in een periode die onze wenkbrauwen doet fronsen. Als je gezegend bent met een goede drachtomgeving brengen de bijen zelfs stuifmeel binnen in die periode. Hét teken dat de koningin terug aan de leg is. Of is ze nooit gestopt?

Het regelmatig openen van de kast om aanwezigheid van broed te inspecteren is sterk af te raden in de wintermaanden. Daarom gingen we op zoek naar weinig invasieve methoden om toch op basis van temperatuurmetingen te onderzoeken of er broed aanwezig is in onze volken. We delen graag met jullie onze bevindingen.

Digitale meetsystemen, zoals de BEEP base, zijn uitgerust met een temperatuursensor die tussen de ramen kan gehangen worden. Meestal gaat het over 1 sensor die dan middenin de kast wordt geplaatst. Als het broednest opschuift, bevindt deze sensor zich niet meer in het midden van het broednest waardoor de temperatuurmetingen niet meer de goede informatie weergeven. Om die reden zochten we manieren om de temperatuur binnenin de kast te kunnen meten zonder deze telkens te moeten openen. Zolang temperaturen van 34°C worden gemeten, kan men er van uit gaan dat er broed aanwezig is. Van zodra temperaturen lager dan 25°C werden gemeten, gingen we ervan uit dat er geen verzorgd broed in het volk aanwezig is.

Tijdens de wintermaanden van 2021-2022 hebben we 2 bijenvolken a.d.h.v. temperatuurmetingen tijdens de wintermaanden opgevolgd. We zijn hierbij op 2 manieren tewerk gegaan:

    • door een staaftemperatuursensor in het volk te steken doorheen de dekplank: deze metingen gaven aan wanneer de volken nagenoeg geen broed meer hadden, zonder de cluster te moeten openbreken.
    • door iButtons in de wasraten te bevestigen: automatische temperatuurmetingen elke 3 uur waarna de data worden opgeslagen, ter confirmatie van de metingen met de staafsensor.

    Staaftemperatuursensor

    Plexi

    Figuur 1: Doorzichtige plexi met gaatjes thv de straten die op de bijenkast gelegd werd tijdens de temperatuurmetingen.

    Ter voorbereiding werd een doorzichtige dekplank (zie figuur 1) ter hoogte van de straten tussen ramen doorboord en genummerd. De grootte van het gat was net groot genoeg om een staafsensor doorheen te steken (zie figuur 1). De staaf kan op verschillende dieptes in het volk gebracht worden, afhankelijk van waar het broednest zich bevindt.

    Temp metingen

    Figuur 2: Temperatuurmetingen tussen 25/10/2021 en 20/12/2021 in 2 bijenvolken (GK03 en GK05), met op de x-as de straten tussen de raten en op de y-as de weken waarin metingen werden uitgevoerd.

    Waar broed zich bevond, ging de temperatuur met de sensor vlot boven de 28°C. Temperaturen van 34°C werden nooit opgemeten, doordat de sensor zich niet in de broedcellen kan begeven en enkel de temperatuur in de bijenstraten kan opmeten. In de overgang naar een broedloos stuk raat, noteerden we tussen 25 en 28 °C. Onder de 25°C gingen we uit van een broedloos gedeelte. Het broednest werd zo afgespeurd op aan/afwezigheid van broed.

    In figuur 2 kan a.d.h.v. de temperatuurmetingen goed waargenomen worden hoe de cluster verkleint van week 1 tot week 9. De hoeveelheid broed neemt hierbij gradueel af, tot nog een klein aantal gesloten cellen in het volk overblijven. Het is onduidelijk of deze ook volledig verdwijnen of er de maanden nadien toch steeds een kleine hoeveelheid broed overblijft.

    We ondervonden dat de bijen toch geagiteerd geraakten van de sensor, zelfs na deze op te warmen vooraleer ze in het volk werd aangebracht. De bijen werden er onrustig door, waarna de broedcluster uiteen ging bij een meting. Hierdoor is het gebruik van de sensor niet optimaal gebleken.

    Op 3/12/2022 kon met de sensor bij de 2 bijenvolken geen temperatuur boven de 25°C worden opgemeten. Om zeker te zijn dat geen broed meer aanwezig was, werd 1 bijenvolk geopend en gecontroleerd op broed. Nog enkele cellen gesloten broed waren aanwezig, maar verder werd geen broed waargenomen. De cluster bijen werd vooraan de kast teruggevonden op een 3-tal ramen, wat slechts een zeer klein volkje was.

    Beide volken hebben de winter helaas niet overleefd. Vermoedelijk waren de metingen toch ingrijpender dan gedacht of waren de volken te verzwakt om door de winter te komen.

    Varroabodem

    Figuur 3: Metingen tussen 25/10/2021 en 20/12/2021 in 2 bijenvolken (GK03 en GK05) van aantal mijten, nimfen en pollenkorrels op de varroabodem.

    Op de varroabodem werd bijgehouden of er nog pollen, mijten of nimfen kon worden teruggevonden (zie figuur 3). Zo kon mooi de cluster bijen teruggevonden worden. De aan/afwezigheid van pollen op de varroabodem bleek vrij goed overeen te komen met aan/afwezigheid van broed in het volk. Deze observaties geven toch ook al een beeld over wanneer het volk minder of geen broed meer verzorgt en zijn veel minder ingrijpend voor het volk dan temperatuurmetingen in het nest.

    iButtons

    I Buttons

    Figuur 4: iButtons in wasraten van bijenvolk GK03.

    Voordat de temperatuurmetingen met de staafsensor werden gestart, werden 20 iButtons in 1 van de bijenvolken aangebracht. Deze sensoren voeren iedere 3 uur een temperatuurmeting uit en slaan deze op in een intern geheugen van de iButton. Deze data kan pas uitgelezen worden nadat de sensoren uit de kast worden verwijderd. Zo werden verspreid over de 11 ramen iButtons in de was geduwd, met een maximum van 3 iButtons per raam. De bijen verplaatsten 3 van de 20 iButtons (zie afbeelding rechts in figuur 4), waarvan de data niet meer kon gebruikt worden.

    Temp verloop

    Figuur 5: Temperatuurmetingen met iButtons in wasraten van bijenvolk, van 20/10/2021 tem 6/12/2021. De vliegopening bevindt zich aan de linkerzijde van de figuur, met dus het linkerraam aan de onderzijde van de figuur. Op de x-as bevindt zich de tijdslijn.

    Van de overige 17 iButtons konden de temperatuurmetingen afgelezen worden. De hoogste temperatuur gemeten in het bijenvolk bedroeg 35,5°C. De ramen waarin het broed zich bevond, zijn makkelijk te herkennen in figuur 5 (meer de ramen aan de rechterkant van de kast). Vanaf 15 november zakt de temperatuur in het midden van de cluster onder de 28°C, wat overeenkomt met de temperatuurmetingen met de staafsensor. Vanaf 20 november komt de temperatuur niet meer boven de 25°C uit, wat doet vermoeden dat er vanaf dan geen of nog zeer weinig broed aanwezig is in het volk. Dit is iets vroeger dan wat we vermoedden na de staafsensor metingen.

    Conclusie

    De temperatuurmetingen bevestigen dat de geteste bijenvolken wel degelijk broedloos werden in de betreffende winter. De meetgegevens met de iButtons deden een broedstop vanaf 20 november vermoeden, terwijl de metingen met de staafsensor begin december aanduidden. Deze laatste methode bleek invasiever te zijn voor het volk dan oorspronkelijk gedacht. De iButtons werken efficiënter, maar een belangrijk nadeel is dat de resultaten maar kunnen uitgelezen worden als de sensors uit de wasraten worden gehaald en in een meettoestel worden uitgelezen. Doordat de volken de winter niet overleefden kon niet nagegaan worden wanneer er opnieuw broed werd aangezet. Door de steeds warmere winters wordt vermoed dat de koningin in januari reeds opnieuw aan de leg gaat. Dit heeft automatisch tot gevolg dat de mijtenpopulatie vroeger en sneller kan aandikken. Nauwgezet opvolgen van de varroabodem op aanwezigheid van pollenkorrels kan een niet-invasieve parameter zijn voor de aan/afwezigheid van broed in het volk.

    Fotodonatie

    Doneren

    Zoeken

    Doorzoek onze website

    Archieven

    Newsflash archief

    Nieuws archief