De Informele fase start bij de imker die op de bijenstand iets bemerkt dat voor hem als abnormaal wordt aanzien. We spreken van het ‘incident’. Om te voorkomen dat alarm wordt geslagen voor iets dat perfect normaal is of waarvoor reeds een geijkte procedure bestaat, voorzien we eerst een advisering via de lokale imkersbond. De betrokken imker wendt zich tot de voorzitter, zijn peter of een vertrouwenspersoon aan wie hij het incident toelicht. Dit gebeurt informeel en mogelijk heeft de adviserende persoon een gepast antwoord: mogelijk betreft het een wettelijke of andere ziekte, is er een vermoeden van vergiftiging of loopt er iets fout met de bedrijfsmethode van de betrokken imker (bijen lijden honger, hebben geen ruimte,…). Als de adviserende persoon bevestigt dat dit incident ongekend en/of ongezien is, en er dus zelf geen raad mee weet, gaan we over naar de volgende stap. Een belangrijke filtering is dan al gebeurd.
Honeybee Valley wordt gecontacteerd en zet een omschrijving van het incident op haar website en vraagt aan de imkergemeenschap gelijkaardige incidenten te rapporteren (locatie, anamnese = beschrijving van het incident en datum). In eerste instantie gebeurt dit passief. Pas als meerdere imkers zulk een incident hebben meegemaakt wordt het ernstig: het FAVV (= de officiële ‘melding’) en de koepelorganisaties worden op de hoogte gesteld en er wordt gestart met een actieve frequentie-analyse. Eenmaal dit gebeurd is schuiven we automatisch door naar de volgende fase.
De Raad van Wijzen wordt samengeroepen; hierin zetelen vertegenwoordigers van het FAVV, het NRL Bijengezondheid, het Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek, vertegenwoordigers van de imkerfederaties, Honeybee Valley en zo nodig vertegenwoordigers van andere faculteiten/universiteiten (deskundigen). Deze Raad van Wijzen kan beslissen te starten met een staalname: zij omschrijft de staalname en organiseert de kennisgeving aan de imkerij, het transport en de goede bewaring. We schuiven dan automatisch door naar een volgende fase.
Fase 4. Identificatie staat onder leiding van het FAVV. Zij kan labo-onderzoeken, literatuurstudie of eventuele experimenten bevelen; zo nodig worden bijkomende stalen genomen. Dit alles zou de betrokken instantie in staat moeten stellen het probleem te identificeren.
In fase 5 zorgen Honeybee Valley en de koepelorganisaties van de imkerij voor het communiceren van de bevindingen naar de imkers toe. Zo nodig kan onder leiding van het FAVV en/of de koepelorganisaties corrigerende maatregelen worden aanbevolen. Deze kunnen zeer divers zijn: behandelen, vernietigen, schutkring instellen, vorming geven, aanpassen van normering en/of wettelijk kader, desnoods juridische stappen zetten of om het even wat nodig is om de toestand terug te normaliseren. Tot zover de aanpak in geval van noodprocedures.
Terwijl de bevoegde instanties zich nu buigen over ons voorstel, vragen wij aan alle imkers om hetzelfde te doen. Eventuele commentaren (zowel positief als negatief) kunt u sturen naar het secretariaat van Honeybee Valley (bernadette.rotthier@ugent.be), graag per e-mail met in de omschrijving/titel de vermelding ‘commentaar draaiboek noodprocedures’. We zullen niet nalaten om bij de eventuele revisie van de procedure elk van deze commentaren af te toetsen.