Menu

Platform voor samenwerking

Honeybee Valley wil het probleem van de bijensterfte aanpakken door samenwerking met diverse partners

Vlaanderen heeft zijn eigen top-moeren

DSC 0194 72dpi

Sinds vorige week zijn de resultaten van het selectiewerk dat kadert binnen het Vlaams Bijenteeltprogramma bekend. Het team van Honeybee Valley heeft dit jaar de focus verder gelegd op veerkracht, zoals aangekondigd in de digitale vergadering van het Comité Selectiewerk Vlaanderen van 2020. Enkel de moeren waarvoor 3 van de 4 testen op veerkracht waren uitgevoerd kwamen in aanmerking voor rangschikking. Drieënzeventig moeren lagen boven de mediaan (= top 50%). Bovendien werd de virusanalyse uitgebreid met een test op het opkomende deformed wing virus B-genotype en was virusziekte van het ei een uitsluitingscriterium. Deze strikte selectievoorwaarden leverde een beperkte set van 32 moeren (= top 22%) die in aanmerking komt voor nateelt. Het zijn één voor één topmoeren die uitstekend scoren op varroa- en virusresistentie, aangevuld met uitwinteringssterkte. Ze worden teruggevonden verspreid over de 5 Vlaamse provincies en aldus een uitstekende basis om de Vlaamse imkers te bevoorraden. Professor Dirk de Graaf heeft in zijn visietekst voor het Toezichtcomité van het Vlaams Bijenteeltprogramma aan de bevoegde Vlaamse ambtenaar reeds het idee van een nieuw overlarfproject gelanceerd.

Uiteindelijk hebben vorig jaar 32 selectiewerkers meegedaan aan de selectie. Een totaal van 279 moeren werd getest, doch door de focus op veerkracht te leggen kwamen hiervan slechts 146 in aanmerking voor rangschikking. Het kenmerk varroa-reproductie of SMR (suppressed mite reproduction) blijft een zorgenkindje. Alhoewel sinds 2017 het percentueel aantal uitgevoerde testen is opgelopen van 15% naar 51% vorig jaar, is hier nog veel groei mogelijk. Ook konden we vaststellen dat de infectiegraad van de gesloten darrenbroedcellen meestal zo laag was dat een betrouwbare score onmogelijk was (minstens 35 varroa-geïnfecteerde darrenbroedcellen moeten kunnen gevonden worden). Hiervoor is straks een bijsturing nodig. Wat betreft het virusonderzoek werd een nieuwe variant van het deformed wing virus opgenomen in de testing en werd overgeschakeld naar een kwantitatieve test die ons toeliet om het aantal viruspartikels per ei te bepalen. Op basis van literatuurgegevens werd dan een drempelwaarde ingesteld die niet mocht overschreden worden. Dirk de Graaf licht verder toe: “Vroeger werd een PCR op gel uitgevoerd, waardoor het verschil tussen het analyseresultaat nog-net-positief en negatief soms moeilijk te maken was. Door te kiezen voor de real-time test kunnen we het resultaat uitdrukken in viruspartikels per ei. Deze nieuwe test is zodanig gevoelig dat we drempelwaarden moesten hanteren. Dat maakt dat de imker straks op zijn onderzoeksresultaat een waarde (hoger dan nul) kan vinden voor een bepaald virus, maar dat door de lage abundantie het staal toch de status virus-negatief krijgt.”

DSC 0507 72dpi

Ook in het Vlaams Bijenteeltprogramma is de pintest één van de testen op veerkracht.

Dit zou wel eens het kantelpunt in ons selectiewerk kunnen zijn. Na vele jaren van investering door onze selectiewerkers beschikken we nu over topmoeren die aangepast zijn aan de lokale omgeving. Op die manier is de situatie helemaal anders dan pakweg 10 jaar geleden toen in Vlaanderen reeds een overlarfproject was uitgerold. Destijds was de herkomst van de moer (vaak een Duits instituut) veelal de motivatie om hiervan na te telen. Nu zijn het de testresultaten op Vlaamse bodem die zorgen voor de aanbeveling tot nateelt. De telers die over dit uitstekend teeltmateriaal beschikken zullen straks kenbaar gemaakt worden op de Honeybee Valley website en via de imkerskoepels. Velen onder hen organiseren nu reeds overlarfdagen. Door het overlarven op te nemen in het Vlaams Bijenteeltprogramma zouden we de larfjes gratis aan de imkers kunnen aanbieden en de telers hiervoor vergoeden. Op die manier zouden we veel imkers een goede start kunnen geven. Het risico op genetische vernauwing kunnen we aanpakken door niet met z’n allen voor dezelfde aanparing te kiezen.

De imkers waarvan de moeren geen aanbeveling tot nateelt kregen, zullen worden bijgestaan met advies hoe ze de genenpoel op de bijenstand verder kunnen verbeteren. Hiervoor werden zopas de Provinciale Selectie Teams (PST ‘s) opgericht. De eerste digitale vergaderingen zijn reeds achter de rug. In een volgende Newsflash zullen we hier uitgebreider op ingaan.

Een dikke proficiat aan al diegenen die in het selectiewerk betrokken zijn: de veredelaars, de testers en de telers, maar ook de medewerkers van Honeybee Valley en dan in het bijzonder Valérie Villers (op de foto bovenaan aan het werk met kunstmatige inseminatie van moeren) die maanden heeft gewerkt om al de darrenbroedstalen te testen op het SMR kenmerk en die nadien alle data heeft samengebracht tot de rangschikking van de teeltmoeren die aan de basis ligt van onze aanbeveling. Goed gedaan!

Fotodonatie

Doneren

Zoeken

Doorzoek onze website

Archieven

Newsflash archief

Nieuws archief