Menu

Platform voor samenwerking

Honeybee Valley wil het probleem van de bijensterfte aanpakken door samenwerking met diverse partners

Vlaamse telers, koninginnenkwekers en overlarvers kennen weldra nieuwe modaliteiten selectiestrategie

Wilfried En Ewks Landscape

In het pas opgestarte Vlaams Bijenteeltprogramma dat nu medegefinancierd wordt door de Vlaamse overheid en de Europese Commissie, zit een belangrijk luik selectiewerk. De krijtlijnen waren reeds vroeger gekend en zijn ook te consulteren in het goedgekeurde projectvoorstel. Doch, de modaliteiten dienden nog verder uitgewerkt te worden. Omdat het een delicate materie betreft werd hiervoor de hulp ingeroepen van een ‘denktank’, deskundige imkers die met een voldoende open geest over het nieuwe selectiewerk konden en wilden debatteren. Na twee sessies zijn deze modaliteiten voldoende uitgekristalliseerd om aan de basis gecommuniceerd te worden. Vandaar dat weldra (21 januari 2017) een eerste vergadering van het Comité Selectiewerk Vlaanderen zal worden belegd waarin één en ander wordt toegelicht. Deelname aan deze vergadering kan alleen op persoonlijke uitnodiging, en de genodigden zijn al de imkers die in het vorige programma erkend werden als teler, koninginnenkweker en/of als overlarver.

Het was al geweten dat het selectiewerk zou uitgaan van twee stellingen: (1) meten is weten en (2) wie hiertoe bijdraagt kan hiervoor een vergoeding krijgen. Dit lijkt de evidentie zelf, maar tot voor kort was ons selectiewerk in Vlaanderen vooral gebaseerd op de goede herkomst van de teeltmoeren en gebeurde de aanparing  eveneens op basis van de goede reputatie van de (eiland-) bevruchtingsstations. Uitzondering hierop waren de zgn. ‘beebreeders’ die over een ruim arsenaal aan testprocedures beschikten om de teeltwaarde van een moer te bepalen. De aanparing gebeurt hier ook op basis van computer-voorspellingen volgens het BLUP (Best Linear Unbiased Prediction) model. Deze twee werelden verzoenen bleek een onwaarschijnlijke uitdaging.

Met deze nieuwe modaliteiten wordt een belangrijke eerste stap gezet om het selectiewerk in Vlaanderen op een nadere manier te organiseren, die meer tegemoet komt aan het moderne denken dienaangaande. Doch, in zijn e-mail aan de betrokkenen verzekert prof. Dirk de Graaf de correspondenten dat hij met deze koerswijziging niemand met de vinger wil wijzen. Wij citeren even uit deze e-mail:

“Mag ik vragen om deze koerswijziging niet als een persoonlijke terechtwijzing te zien. Niemand treft schuld bij de manier waarop we nu bezig zijn.  Meer nog, het merendeel van de telers heeft vele jaren hard gewerkt voor het selectiewerk in Vlaanderen en ik ben jullie daar heel dankbaar voor. Maar er is op het vlak van selectiewerk nogal wat veranderd in de wereld. Meer en meer landen zien in dat het selectiewerk vaak totaal vervreemd is van de biologie van de honingbij en de inzichten die de wetenschap ons gegeven heeft. Hier en daar zijn er onderzoekers die durven hieraan te veranderen en die het voortouw nemen om bij te sturen. Zelf heb ik 6 jaar het Vlaams Bijenteeltproject geleid en stapelde de bewijslast zich op dat er moest ingegrepen worden. Toen we een jaar geleden beslist hebben om te gaan voor een ambitieus Vlaams Bijenteeltprogramma met co-financiering door de Vlaamse Overheid, kon ik niet anders dan deze koerswijziging ook in Vlaanderen te implementeren.” Einde citaat. 

Het is nu het voorrecht van de direct betrokkenen om als eerste in kennis te worden gesteld over de nieuwe modaliteiten. We zullen evenwel niet nalaten u hiervan nadien in kennis te stellen.

Fotodonatie

Doneren

Zoeken

Doorzoek onze website

Archieven

Newsflash archief

Nieuws archief