Een beetje geschiedenis
Imkerij in levende bomen verdween nagenoeg uit Europa tegen het einde van de 19de eeuw. Tijdens deze periode had een boom-imker de naam “zeidler“ en “beutner“ in het Duits en ”bartnik“ en ”bortnik“ in het Pools en het Russisch.
Boom-imkeren is nog steeds een levende traditie in Belarus en Oekraïne. In Oekraïne leven nog een 60-tal oude boom-imkers die dit beroep sinds generaties uitoefenen. De traditionele methoden werden echter ook bewaard in het Shulgan Tash natuurreservaat in het zuidelijk deel van de Oeral in Rusland. Daar werden dr. Hartmut Jungius en dr. Przemysław (Przemek) Nawrocki van het WWF in 2008 geïntroduceerd in deze traditionele methoden in het kader van een WWF project gefinancierd door SDC (Zwitsers agentschap voor ontwikkeling en samenwerking). Ze besloten vervolgens om het traditionele boom-imkeren in Polen een duw in de rug te geven. (In de jaren 90 startten een aantal bosbeheerders in het Knyszyn bos -met de hulp van lokale overgebleven kennis- reeds met boom-imkeren) Het resultaat was dat meer dan 150 holtes voor boom-imkeren werden gemaakt in levende bomen. De bijenkolonies die zich daar in hebben genesteld worden met succes beheerd door lokale imkers.
Tree Beekeeping International (TBI) bestaat uit leden afkomstig uit verschillende Europese landen en heeft als doel het traditionele boom-imkeren in Europa te herintroduceren met de hulp van de kennis van de imkers uit Oekraïne en Bashkortostan. Zodoende willen we zowel de traditie van het boom-imkeren alsook de originele habitat van de honingbij in ere herstellen. Er zijn immers van nature uit steeds minder geschikte nestplaatsen voor honingbijen. Bomen met holle ruimten worden al te vaak geveld en al dan niet vervangen door jongere exemplaren. Door het maken van enkele nestholtes in bomen en/of het ophangen van stronk-kasten hopen we de honingbij weer deel uit te laten maken van de biodiversiteit in het Europese landschap. We streven dus naar een bescherming en een ondersteuning van de Apis mellifera.
Ook streven we naar een verdere ontwikkeling van de kennis omtrent boom-imkeren, gebaseerd op ervaringen en op empirische data met betrekking tot wilde honingbijen of in de natuur gehouden bijenvolken en hun interactie met hun woonomgeving (biocoenosis).
Cursus in België
Eind oktober vond er een cursus zeidlerei plaats in Martué, nabij Florenville (Gaume). De lesgevers –allen lid van Tree Beekeeping International - waren ervaren boom-imkers uit Polen bijgestaan door Zwitserse collega’s. De Poolse leraars leerden de stiel van het boom-imkeren rechtstreeks van de Bashkir boom-imkers in Zuid-Oeral.
De deelnemers waren afkomstig uit Vlaanderen, Wallonië, Luxemburg en Frankrijk. Iedere deelnemer leerde hoe een stronk-kast te maken en kon die op het einde van het weekend meenemen naar huis. Ook werd er een bijenholte gemaakt in een levende boom, officieel de eerste “treehive” van België.
Zo’n bijenholte kan enkel vervaardigd worden in een boom met een minimale diameter van 80 à 100 cm. Vermits zulke oude bomen nog maar zelden voorkomen in onze Noord-Europese bossen moedigen wij eveneens het maken van stronk-kasten aan. Deze stronk-kasten worden volgens dezelfde traditionele technieken vervaardigd en worden vervolgens op een zo hoog mogelijke hoogte (2-4 meter) aan bomen bevestigd. Een stronk-kast wordt zo weinig mogelijk geopend. Zo wordt de medicinale atmosfeer van de kast gegarandeerd en wordt de eenheid van het broednest met zijn eigen geur en warmte behouden. Een stronk-kast wordt niet behandeld.
Het vervaardigen van een stronk-kast is zeer arbeidsintensief. Oorspronkelijk werd er enkel gewerkt met traditionele werktuigen en duurde het ongeveer een week om een bijenholte te vervaardigen. Vandaag wordt er gebruik gemaakt van een kettingzaag in combinatie met de traditionele werktuigen en kan de kast in 2 dagen worden afgewerkt.
Studies en resultaten
Er zijn door prof. Thomas Seeley en zijn medewerkers heel nuttige studies gemaakt over honingbijen in het Arnot Bos (USA) die vele mogelijke referentiecriteria opleverden. Prof. Seeley maakte tijdens één van zijn lezingen een mooi overzicht van de verschillen tussen honingbijen die in het wild leven en honingbijen die leven op een klassieke bijenstand. Onderstaande tabel illustreert die vergelijking. Aan de tabel werd een kolom toegevoegd voor het boom-imkeren. Ook werden enkele parameters toegevoegd aan het oorspronkelijke overzicht. Er zijn duidelijk veel verschillen tussen stronk-kasten en kasten die dicht bij de grond zijn geplaatst.
Natuurlijke boomholtes | Stronk-kasten / Boom-imkers | Traditionele bijenstanden |
Hoog boven de grond 4-8m, waar de vochtigheid lager is en het warmer is in de winter. | 4m boven de grond waar de vochtigheid lager is en het warmer is in de winter. | Heel dicht bij de grond |
Klein nestvolume (gemiddeld 40 liter) | Middelmatig nestvolume (60 liter) | Groot nestvolume (70+ liter) |
Kleine vliegopening | Kleine vliegopening | Grote vliegopening |
Dikke wanden bekleed met propolis | Dikke wanden bekleed met propolis | Dunne houten wanden en vloer. Propolis wordt minstens één keer per jaar verwijderd van wanden en vloer |
Koninginnen hebben een lang leven op een klein broednest (1m²) | Koninginnen leven lang op een klein broednest | Koninginnen worden regelmatig (1-2 jaar) vervangen door de imker. Groot broednest (2m²) |
Volken leven verspreid (1-3 per km²) | Stronk-kasten uitgespreid (1-3 per km²) | Kasten staan dicht opeen opgesteld |
Regelmatig, jaarlijks zwermen | Regelmatig, jaarlijks zwermen | Zwermverhinderingsmaatregelen |
Broednest niet beperkt en volgens de voorkeur van de bijen (17% darren) | Broednest niet beperkt en volgens de voorkeur van de bijen. | Broednest wordt vaak gemanipuleerd en beperkt. Darrenbroed wordt weg gesneden. |
Geen chemische en/of antibacteriële behandeling | Geen chemische en/of antibacteriële behandeling | Regelmatig chemische behandeling tegen mijten en andere gangbare ziektes |
Geen honingoogst | Beperkte honingoogst | Extensieve honingoogst |
Bijenhuis wordt nooit opengemaakt | Kast wordt tweemaal per jaar geopend: lentecontrole en (eventuele) oogst in september | Kast wordt regelmatig - soms zelfs wekelijks - geopend |
Bijen worden nooit met suiker gevoed | Bijen worden enkel met suiker gevoed wanneer noodzakelijk (gebrek aan eigen honing, ttz. gebrek aan dracht) | Bijen worden routineus met suiker gevoed |
Geen ingreep in de bijenbehuizing | Latten ondersteunen de raten | Raten in ramen vergemakkelijken de honingoogst en het verplaatsen van broed (en ook pathogenen) tussen verschillende kasten |
Geen maatregelen tegen verlies | Geen maatregelen tegen verlies | Maatregelen tegen verlies |
Zelfgebouwde raten | Zelfgebouwde raten | Waswafels (vaak gecontamineerd), raat wordt verwisseld, uitbreiding naar boven toe, rooster om koningin uit honingzolder te weren |
Statisch | Statisch | Reizen met bijen is mogelijk |
LEGENDE: | |
tekst in het vet | Identiek aan bijen in het wild |
tekst in cursief | Verschillend van bijen in het wild |