Menu

Platform voor samenwerking

Honeybee Valley wil het probleem van de bijensterfte aanpakken door samenwerking met diverse partners

Samenwerking met Tree Beekeeping International

Chain Saw Bijgewerkt

Er is een principieel akkoord tussen Honeybee Valley en Tree Beekeeping International om volgende zomer een samenwerking op te starten in het kader van het Sibelco-project. Hiermee zal voor de eerste keer worden afgetoetst of er mogelijkheden zijn om in Vlaanderen terug honingbijen in bomen te laten huisvesten. Vanuit verschillende hoeken had ons het bericht bereikt dat er onlangs een cursus ‘zeidlerei’ had plaatsgevonden in Martué, nabij Florenville (Gaume). De recente ontmoeting tussen Veerle Swiggers en prof. Dirk de Graaf, directeur van Honeybee Valley, heeft het nu mogelijk gemaakt dat straks in het Sibelco-project ook stronk-kasten zullen worden aangeboden. Het Sibelco-project is een eerste initiatief in Vlaanderen om bijen terug aan de natuur te geven en zo door natuurlijke selectie weerstand te kweken tegen ziekten en plagen. Het behoort tot de zgn. BeeBond-experimenten refererend naar de James Bond-film ‘Live and let die’. De naam Sibelco refereert dan weer naar het zandwinningsbedrijf Sibelco in de Kempen, dat hiervoor land ter beschikking heeft gesteld. 

Hieronder geven we Veerle Swiggers de mogelijkheid om over de zeidlerei te verhalen.

Tools Tbi

3 originele zeidlerwerktuigen

Een beetje geschiedenis

Imkerij in levende bomen verdween nagenoeg uit Europa tegen het einde van de 19de eeuw. Tijdens deze periode had een boom-imker de naam “zeidler“ en “beutner“ in het Duits en ”bartnik“ en ”bortnik“ in het Pools en het Russisch.

Boom-imkeren is nog steeds een levende traditie in Belarus en Oekraïne. In Oekraïne leven nog een 60-tal oude boom-imkers die dit beroep sinds generaties uitoefenen. De traditionele methoden werden echter ook bewaard in het Shulgan Tash natuurreservaat in het zuidelijk deel van de Oeral in Rusland. Daar werden dr. Hartmut Jungius en dr. Przemysław (Przemek) Nawrocki van het WWF in 2008 geïntroduceerd in deze traditionele methoden in het kader van een WWF project gefinancierd door SDC (Zwitsers agentschap voor ontwikkeling en samenwerking). Ze besloten vervolgens om het traditionele boom-imkeren in Polen een duw in de rug te geven. (In de jaren 90 startten een aantal bosbeheerders in het Knyszyn bos -met de hulp van lokale overgebleven kennis- reeds met boom-imkeren) Het resultaat was dat meer dan 150 holtes voor boom-imkeren werden gemaakt in levende bomen. De bijenkolonies die zich daar in hebben genesteld worden met succes beheerd door lokale imkers.

Tree Beekeeping International (TBI) bestaat uit leden afkomstig uit verschillende Europese landen en heeft als doel het traditionele boom-imkeren in Europa te herintroduceren met de hulp van de kennis van de imkers uit Oekraïne en Bashkortostan. Zodoende willen we zowel de traditie van het boom-imkeren alsook de originele habitat van de honingbij in ere herstellen. Er zijn immers van nature uit steeds minder geschikte nestplaatsen voor honingbijen. Bomen met holle ruimten worden al te vaak geveld en al dan niet vervangen door jongere exemplaren. Door het maken van enkele nestholtes in bomen en/of het ophangen van stronk-kasten hopen we de honingbij weer deel uit te laten maken van de biodiversiteit in het Europese landschap. We streven dus naar een bescherming en een ondersteuning van de Apis mellifera.

Ook streven we naar een verdere ontwikkeling van de kennis omtrent boom-imkeren, gebaseerd op ervaringen en op empirische data met betrekking tot wilde honingbijen of in de natuur gehouden bijenvolken en hun interactie met hun woonomgeving (biocoenosis).

Cursus in België

Eind oktober vond er een cursus zeidlerei plaats in Martué, nabij Florenville (Gaume). De lesgevers –allen lid van Tree Beekeeping International - waren ervaren boom-imkers uit Polen bijgestaan door Zwitserse collega’s. De Poolse leraars leerden de stiel van het boom-imkeren rechtstreeks van de Bashkir boom-imkers in Zuid-Oeral.

De deelnemers waren afkomstig uit Vlaanderen, Wallonië, Luxemburg en Frankrijk. Iedere deelnemer leerde hoe een stronk-kast te maken en kon die op het einde van het weekend meenemen naar huis. Ook werd er een bijenholte gemaakt in een levende boom, officieel de eerste “treehive” van België.

Zo’n bijenholte kan enkel vervaardigd worden in een boom met een minimale diameter van 80 à 100 cm. Vermits zulke oude bomen nog maar zelden voorkomen in onze Noord-Europese bossen moedigen wij eveneens het maken van stronk-kasten aan. Deze stronk-kasten worden volgens dezelfde traditionele technieken vervaardigd en worden vervolgens op een zo hoog mogelijke hoogte (2-4 meter) aan bomen bevestigd. Een stronk-kast wordt zo weinig mogelijk geopend. Zo wordt de medicinale atmosfeer van de kast gegarandeerd en wordt de eenheid van het broednest met zijn eigen geur en warmte behouden. Een stronk-kast wordt niet behandeld.

Het vervaardigen van een stronk-kast is zeer arbeidsintensief. Oorspronkelijk werd er enkel gewerkt met traditionele werktuigen en duurde het ongeveer een week om een bijenholte te vervaardigen. Vandaag wordt er gebruik gemaakt van een kettingzaag in combinatie met de traditionele werktuigen en kan de kast in 2 dagen worden afgewerkt.

Studies en resultaten

Er zijn door prof. Thomas Seeley en zijn medewerkers heel nuttige studies gemaakt over honingbijen in het Arnot Bos (USA) die vele mogelijke referentiecriteria opleverden. Prof. Seeley maakte tijdens één van zijn lezingen een mooi overzicht van de verschillen tussen honingbijen die in het wild leven en honingbijen die leven op een klassieke bijenstand. Onderstaande tabel illustreert die vergelijking. Aan de tabel werd een kolom toegevoegd voor het boom-imkeren. Ook werden enkele parameters toegevoegd aan het oorspronkelijke overzicht. Er zijn duidelijk veel verschillen tussen stronk-kasten en kasten die dicht bij de grond zijn geplaatst. 

Natuurlijke boomholtes
Stronk-kasten / Boom-imkers
Traditionele bijenstanden

Hoog boven de grond 4-8m, waar de vochtigheid lager is en het warmer is in de winter.

4m boven de grond waar de vochtigheid lager is en het warmer is in de winter.

Heel dicht bij de grond

Klein nestvolume (gemiddeld 40 liter)

Middelmatig nestvolume (60 liter)

Groot nestvolume (70+ liter)

Kleine vliegopening

Kleine vliegopening

Grote vliegopening

Dikke wanden bekleed met propolis

Dikke wanden bekleed met propolis

Dunne houten wanden en vloer. Propolis wordt minstens één keer per jaar verwijderd van wanden en vloer

Koninginnen hebben een lang leven op een klein broednest (1m²)

Koninginnen leven lang op een klein broednest

Koninginnen worden regelmatig (1-2 jaar) vervangen door de imker. Groot broednest (2m²)

Volken leven verspreid (1-3 per km²)

Stronk-kasten uitgespreid (1-3 per km²)

Kasten staan dicht opeen opgesteld

Regelmatig, jaarlijks zwermen

Regelmatig, jaarlijks zwermen

Zwermverhinderingsmaatregelen

Broednest niet beperkt en volgens de voorkeur van de bijen (17% darren)

Broednest niet beperkt en volgens de voorkeur van de bijen.

Broednest wordt vaak gemanipuleerd en beperkt. Darrenbroed wordt weg gesneden.

Geen chemische en/of antibacteriële behandeling

Geen chemische en/of antibacteriële behandeling

Regelmatig chemische behandeling tegen mijten en andere gangbare ziektes

Geen honingoogst

Beperkte honingoogst

Extensieve honingoogst

Bijenhuis wordt nooit opengemaakt

Kast wordt tweemaal per jaar geopend: lentecontrole en (eventuele) oogst in september

Kast wordt regelmatig - soms zelfs wekelijks - geopend

Bijen worden nooit met suiker gevoed

Bijen worden enkel met suiker gevoed wanneer noodzakelijk (gebrek aan eigen honing, ttz. gebrek aan dracht)

Bijen worden routineus met suiker gevoed

Geen ingreep in de bijenbehuizing

Latten ondersteunen de raten

Raten in ramen vergemakkelijken de honingoogst en het verplaatsen van broed (en ook pathogenen) tussen verschillende kasten

Geen maatregelen tegen verlies

Geen maatregelen tegen verlies

Maatregelen tegen verlies

Zelfgebouwde raten

Zelfgebouwde raten

Waswafels (vaak gecontamineerd), raat wordt verwisseld, uitbreiding naar boven toe, rooster om koningin uit honingzolder te weren

Statisch

Statisch

Reizen met bijen is mogelijk

 

LEGENDE:
tekst in het vet

Identiek aan bijen in het wild

tekst in cursief

Verschillend van bijen in het wild

Bijen In Boom Tbi

Bijenkolonie in levende boom

De studies van prof. Seeley bewezen dat eigenschappen van natuurlijke bijenkorven een meetbaar en significant positief effect hebben op de gezondheid van een bijenvolk. De bijen die hij bestudeerde in het Arnot bos hadden zich aangepast aan de varroa-mijt en tijdens de 33 jaar waarover het onderzoek zich uitstrekte werden geen sporen van vuilbroed gevonden. Geïnspireerd door de bijen in het bos, beveelt Seeley in één van de studies aan om bijenkasten verder uitéén (minstens 10 m) te plaatsen om zo overdracht van ziektes te beperken. Maar vormt een iets meer extensieve bijenteelt in stronk-kasten met zijn beperkte controles of met onbehandelde bijenvolken een probleem voor conventioneel beheerde bijenkasten? Catherine Thompsons studie getiteld "Parasite Pressures on Feral Bees" (Stressfactoren onder invloed van parasieten bij niet-gedomesticeerde bijen) uit 2014 heeft het over deze bezorgdheid. De studie toonde aan hoe goed ontwikkelde in het wild levende kolonies blijkbaar weten om te gaan met een hogere graad van het DWV-virus (vervormde vleugels-virus) dat onder normale omstandigheden zou leiden tot afsterven van het volk. Die tolerantie kan gerelateerd worden aan het werk van Gideon et al. over DWV en "uitsluiting van superinfectie" waarin wordt gemeld hoe honingbijen, varroa en DWV een stabiele balans bereiken via natuurlijke selectie. Studies van Miller1, Bailey2 en Goodwin3 wezen er allemaal op dat wilde bijen beter omgaan met ziektes dan beheerde volken en dat de grootste bedreiging voor die wilde bijen net de nabije, dicht opeen levende beheerde bijenkolonies zijn. Dit is niet verwonderlijk als we ons realiseren dat horizontale verspreiding van pathogenen, die er bij wilde bijen niet is, heel gewoon is in de conventionele bijenteelt.

 Hoop voor de toekomst?

Toch hebben de onderzoeken van Gideon en Seeley aangetoond dat de druk van natuurlijke selectie, ongestoord door ziektebestrijding en extern beheer, een positief effect heeft op de gezondheid van bijen en voor een belangrijk genetisch reservoir zorgt. Vele miljoenen jaren ging dat goed en in plaats van die natuurlijke wijsheid te negeren streven we er bij  Tree Beekeeping International naar om deze te koesteren door o.a. het aanmoedigen van  het maken van stronk-kasten.  De veerkracht van bijen indachtig is het niet verwonderlijk dat het boom-imkeren de verbeelding van veel imkers over heel Europa heeft veroverd. De Natural Beekeeping Trust, Gaia Bees en Free The Bees promoten het boom-imkeren. In Duitsland proberen projecten rond verantwoord bosbeheer de biodiversiteit in de bossen te vergroten door stronk-kasten te maken. Stronk-kasten - die dicht aanleunen bij de natuurlijke voorkeuren van bijen die in het wild leven -  kunnen de bijenteelt een nieuwe richting insturen. 

Het is dan ook een waar genoegen dat Tree Beekeeping International een bijdrage kan leveren aan het Sibelco-project van Honeybee valley geleid door prof. dr. Dirk de Graaf. Dit project sluit aan bij andere BeeBond initiatieven waarbij honingbijen terug aan de natuur worden gegeven en door natuurlijke selectie gestreefd wordt naar een beter evenwicht met haar ziekteverwekkers en parasieten.

We kijken vanzelfsprekend uit naar de resultaten van dit onderzoek en hopen  dat deze samen met die van Seeley en Neumann en Blacquière4 een steun kunnen betekenen voor de imkers die een meer apicentrische imkermethode hanteren.

Met dank aan Jonathan Powell, gevolmachtigde van The Natural Beekeeping Trust en lid van Tree Beekeeping International voor zijn medewerking bij het schrijven van dit artikel.

Veerle Swiggers


Referenties

1. Miller 1935: Natural comb building. Canadian. Bee J. 43(8) : 216-217

2. Bailey 1958: Wild honeybees and disease. Bee World 39, 93-95

3. Goodwin 1994: Incidence of American foulbrood infections in feral honey bee colonies in New Zealand. NZ J. Zool. 21 285-287

4. Neumann & Blacquière 2016: The Darwin cure for apiculture? Natural selection and managed honey bee health: Bern/Wageningen

 

Meer informatie kunt u hier terugvinden:

http://tree-beekeeping.org/en/

http://bartnictwo.com/en/fratrum-mellocidarum/

https://www.youtube.com/watch?v=C2x9JwGmPA8

https://www.youtube.com/watch?v=R8z3nBQNLL4

 https://www.youtube.com/watch?v=L2VhJpGZIk4

Fotodonatie

Doneren

Zoeken

Doorzoek onze website

Archieven

Newsflash archief

Nieuws archief