De jaarlijkse COLOSS enquête over de bijensterfte tijdens de winter van 2020-2021 leverde ons voor België het cijfer van 16,4% sterfte op. De concrete cijfers in de verschillende provincies en van voorgaande jaren deelden we jullie in een voorgaande Newsflash al mee. Ondertussen werden de antwoorden meer in detail bekeken en lichten we jullie graag in over de belangrijkste resultaten. Enige voorzichtigheid is echter geboden bij de interpretatie hiervan. Ook al namen 756 imkers deel aan deze enquête, dit betekent niet noodzakelijk dat zij representatief zijn voor alle Belgische imkers. De resultaten gaan dus enkel op voor de deelnemende imkers en met veralgemeningen moeten we dus voorzichtig blijven. Wie de vragenlijst tot het einde invulde en zijn mailadres meegaf, krijgt een persoonlijk advies op maat op zijn/haar account op deze website.
Op de kaart van België is de bijensterfte na de winter weergegeven per gemeente, met in het blauw de gemeenten met een lagere sterfte dan het gemiddelde en in het rood de gemeenten met een hoger sterftecijfer dan het gemiddelde.
Van de deelnemers aan de enquête volgt 71% van de Vlaamse imkers en 65% van de Waalse imkers de varroamijt op. Dit kan worden uitgevoerd door de natuurlijke mijtenval te tellen op de bodem, door de foretische mijten op te meten m.b.v. de poedersuikermethode e.a. In de loop van het jaar wordt deze monitoring vooral uitgevoerd in de maanden juli, augustus, september (vermoedelijk in relatie met de zomerbehandeling) en december (wellicht in relatie met de winterbehandeling).
In de enquête wordt gevraagd welke varroa bestrijdingsmethoden werden gehanteerd in de periode van april 2020 tem maart 2021. Hieruit bleek 45,6% van de deelnemende imkers oxaalzuur te druppelen, wat de meest gehanteerde behandeling bleek te zijn. Daarna volgen het snijden van darrenbroed (42,6%) en het splitsen van volken (31,4%).
De meeste imkers gaan 4 à 5 verschillende behandelingen combineren om de varroamijt te bestrijden. Een combinatie van een biotechnische methode (darrenbroed snijden, splitsen van het volk) met een zacht chemische methode (organische zuren, thymol) is hierbij het meest populair (40,4% van de deelnemende imkers). Een kleine 8% voert geen behandeling uit tegen de varroamijt. Anderzijds voert 4% een harde chemische behandeling uit (amitraz, coumaphos, tau-fluvalinaat, flumethrine), terwijl 20,2% deze bestrijding combineert met een biotechnische en/of zacht chemische behandeling.
De biotechnische methoden blijken meer toegepast te worden in Vlaanderen (74,1%) dan in Wallonië (37,8%), terwijl in Wallonië meer naar de hard chemische behandelingen wordt gegrepen dan in Vlaanderen (32,8% tov 13,8% respectievelijk). De zacht chemische methoden worden in gans België veel gebruikt (94,4% in Vlaanderen en 84,2% in Wallonië).
Maar hoe staat dit in relatie tot de wintersterfte? De imkers die geen varroa bestrijdingsmethode invulden, verloren 28,4% van hun volken na de winter. Imkers die behandelden met flumethrine (PolyVar Yellow®), al dan niet in combinatie met een andere behandeling, verloren slechts 7,9% van hun volken. Zij hadden dus 20,5% minder bijensterfte na de winter dan de imkers die niet behandelden. Ook het gebruik van amitraz strips (Apivar®) resulteerde in 8,8% wintersterfte, wat 19,6% lager ligt dan imkers die niet behandelden. Wat betreft de zacht chemische bestrijdingsmethoden, hadden imkers die een korte mierenzuurbehandeling of oxaalzuursublimatie (niet broedloos) uitvoerden respectievelijk 20,4% en 12,9% wintersterfte. De behandelingen waarbij significant meer wintersterfte voorkwam dan wanneer niet werd behandeld, zijn het splitsen volken (34,6%) en het sproeien met oxaalzuur in broedloze fase (43,6%). De resultaten geven weer dat deelnemende imkers die harde chemische behandelingen uitvoerden minder met wintersterfte te kampen hadden. Dit betekent dat deze methoden efficiënt zijn, maar dat voorzichtigheid geboden is naar de vorming van resistente mijten. Mijten bouwen zeer snel resistentie op tegen synthetische pesticiden zoals flumethrine en amitraz, waardoor rotatie van deze producten sterk is aangewezen. Bovendien stapelen deze stoffen zich door een voorliefde voor lipofiele substanties op in de was waardoor bijen lang aan deze pesticiden worden blootgesteld.
Vlaamse imkers die de enquête volledig invulden, kunnen hun advies op maat raadplegen. Dit advies is persoonlijk en je dient hiervoor in te loggen op de website van Honeybee Valley. Eénmaal ingelogd, verschijnt je gebruikersnaam rechts bovenaan in beeld (in de oranje balk). Door op je naam te klikken en vervolgens ‘Mijn account’, krijg je een link naar jouw adviezen (links onder ‘Profiel’). Door op de vraag te klikken, kan je jouw antwoord en het advies lezen. Onderaan kan je ons eenvoudig feedback geven door 3 korte vraagje te beantwoorden. Deze zullen ons helpen om in de toekomst bij te sturen indien gewenst.