Het jaar 2018 haalt ongetwijfeld de geschiedenisboeken als “kanteljaar” voor de Aziatische hoornaar in België. In totaal werden 61 nesten gevonden en verdelgd; een exponentiële toename in vergelijking met 8 nesten in 2017. Dit zijn de officiële cijfers voor Vlaanderen en Wallonië samen. De verspreidingskaart voor 2018 toont het jaaroverzicht van het aantal gemelde individuen (oranje bollen) en nesten (blauwe bollen) in Vlaanderen. In 2018 werd de Aziatische hoornaar op 160 plaatsen waargenomen. De waarnemingen kunnen onderverdeeld worden in drie categoriën: 40 nesten, 39 jagende hoornaars op een bijenstand en 81 losse waarnemingen.
De verspreiding van de Aziatische hoornaar tot 31 december 2017 (boven) en 11 december 2018 (onder) in Vlaanderen. Nesten als blauwe bollen aangeduid, individuen als oranje bollen . Het aantal ontdekte nesten in 2017 bleef beperkt tot de zuidelijke regio van West-Vlaanderen met 2 nesten in Poperinge en 1 nest in Westouter. In 2018 werden 40 nesten en 120 individuen (oranje) gemeld tot op 11/12/2018. De laatste 5 nesten staan nog niet aangeduid: Kemmel-2, Koksijde, Sint-Martens-Latem-2, Mortsel en Schoten. Tot eind november werden nesten actief verdelgd door de brandweer, het CRA-W en Honeybee Valley. Het invasie front beweegt zich oostwaarts, wat op deze kaart te zien is: veel meldingen in provincies West- en Oost-Vlaanderen en weinig meldingen in Antwerpen en Limburg. Niet alle meldingen in Wallonië staan aangeduid op deze kaart. De actuele verspreidingskaart voor Wallonië vind je hier.
Net zoals de Europese hoornaar verschalkt de Aziatische hoornaar honingbijen aan de vliegopening van een bijenkast. De 39 meldingen op een bijenstand zijn dan ook jagende hoornaars die door de imker op heterdaad betrapt werden. Dankzij enkele vindingrijke imkers die hun hoornaars markeerden weten we nu dat dezelfde hoornaar telkens terugkeert naar dezelfde bijenstand. Door de hoornaars langdurig te observeren slaagden 18 imkers erin om de vliegroute naar het nest te bepalen en zo het nest te vinden. Deze nesten werden kort nadien verdelgd. Bij 19 imkers werd het nest in de buurt niet gevonden. Bij 2 imkers was de link tussen het gevonden nest en de bijenstand onzeker.
Opmerkelijk blijkt de lage intensiteit van het jaaggedrag. In de meeste gevallen werd slechts één hoornaar tegelijk gezien en werd de kast nooit aanhoudend belaagd. In de maand oktober meldden de meeste imkers voor het eerst een jagende Aziatische hoornaars (zie grafiek). Gemiddeld zagen imkers 1 tot 3 hoornaars op hetzelfde moment en dit telkens op een zonnige namiddag. Een Limburgse imker meende 7 hoornaars geteld te hebben; het maximum tot nu toe. Op 2 bijenstanden werd gezien hoe een hoornaar de kast binnenging maar na luttele seconden terug naar buiten kwam. Het jaaggedrag beperkt zich duidelijk tot het efficiënt verschalken van aan- en afvliegende honingbijen. De anekdotes uit zuiderse landen waar imkers hun kasten zien “leegroven door de hoornaars” blijven bij ons voorlopig uit.
Tenslotte komen twee van onze bevindingen overeen met feiten uit de wetenschappelijke literatuur. Ten eerste vonden Franse onderzoekers dat hoornaars zich op gemiddeld 1 km en maximaal 2 km afstand tot het nest begeven om voedsel te zoeken. Op basis van de 18 belaagde bijenstanden met gevonden nesten in de buurt konden we ook cijfers berekenen voor Vlaanderen. De minimum, gemiddelde en maximum afstand tussen nest en bijenstand bedroeg 292, 723 en 1870 meter, respectievelijk. Telkens stopten de aanvallen aan de bijenkast zodra het nest verdelgd was. De afstand tussen nest en bijenstand is dan ook daadwerkelijk de foerageerafstand. Ten tweede is de meest efficiënte oplossing om de Aziatische hoornaar te bestrijden het verdelgen van nesten. Zowel het uitzetten van wespenvallen als het afvangen van hoornaars op de bijenstand bood onze geteisterde imkers weinig soelaas: de hoornaars bleven terugkomen. Daarentegen, imkers die nog voor de herfst het nest konden lokaliseren en laten verdelgen, zagen nadien geen hoornaars meer!
De 160 meldingen van Aziatische hoornaars in Vlaanderen per maand. Een opdeling werd gemaakt in 3 categorieën: nesten (blauw), individuen op een bijenstand (oranje) en individuen elders (geel). In de maand juli werd het grootste aantal nesten gevonden en verdelgd; meestal primaire nesten met 20-25 cm diameter. Vanaf eind september begonnen de eerste secondaire nesten in hoge boomtoppen. Bij het vallen van de bladeren in de herfst werden frequenter nesten ontdekt. September en oktober zijn de piekmaanden, samen goed voor 50,5% van de meldingen. De meeste jagende hoornaars op bijenstanden werden voor het eerst gezien in oktober. * melding op 31/05/2018 was een verdwaalde koningin in Poperinge die de kranten haalde!
Honeybee Valley dankt alle imkers en burgers die dit jaar meehielpen aan het in kaart brengen van de invasie. Dankzij jullie meldingen zijn we erin geslaagd om vat te krijgen op de invasie. De Aziatische hoornaar uitroeien is helaas onmogelijk. Wel kunnen we in het kader van goed beheer de toename van de soort inperken door vroegtijdig nesten op te sporen en te laten verdelgen door de brandweer.