Menu

Manage It

De bedrijfsmethode is vaak de sleutel tot het succesvol imkeren. Hier geven we duiding bij de aanpak van geselecteerde imkers.

Imkeren volgens Roger De Vos

Denkkader

De passie voor imkeren is bij Roger geleidelijk aan doorheen de jaren gegroeid totdat het proporties heeft aangenomen die een hobby overstijgen. Als je op zijn oprit komt, zie je zijn bijen al snel staan. Op zijn terras zit je er middenin en kan je niet meer ontkennen dat hier een gepassioneerd imker woont die zijn bijen dichtbij zich heeft. Roger blijft erbij dat bijen er heel veel baat bij hebben als je ze van kortbij kunt opvolgen en gepast en op tijd kunt ingrijpen. Dat gaat bij hem dan ook het beste als hij zijn bijen dichtbij huis heeft staan. De drachtomgeving van Rogers bijen is dan ook fenomenaal. Zijn tuin biedt een rijk gevarieerd aanbod aan bloemen aan, het ganse jaar door. Als je met bijen werkt, leer je automatisch de omgeving van je volkeren anders te lezen. Eens je merkt dat er bepaalde periodes tijdens het seizoen minder voldoen aan de voedselnood van bijen, tracht dan het voedselaanbod te vervolledigen door specifieke planten uit te zaaien of te planten.

Broedbeperking levert de gekende voordelen op: hoge honingopbrengst, zwermverhindering, beperkte hoeveelheid ramen om te controleren, en sneller terugvinden van de koningin. Deze werkwijze kennen we als de Renson methode, en wordt door veel imkers toegepast, waaronder Roger. Het succesvol bestrijden van de varroamijt heeft al op veel vindingrijkheid van de imker moeten rekenen. Ook Roger gaat nog ieder jaar op zoek naar betere manieren om met deze bijenplaag om te gaan. Het sublimeren van oxaalzuur is een methode die hij al vele jaren uitvoert. Alleen merkte hij op dat deze behandeling meerdere malen na elkaar dient uitgevoerd te worden om de varroalast deftig in te krimpen. Daarom ging hij op zoek naar een minder arbeidsintensieve manier die ook voor de vele beginnende imkers bruikbaar kan zijn. Het hanteren van een arrestraam maakt dan ook sinds kort deel uit van zijn bedrijfsmethode. Hiernaast gaat Roger ook actief selecteren naar bijen die resistent zijn tegen de varroamijt. Een eigenschap van bijen waar menig imker naar op zoek is.

Kerngedachte

  • Hou alleen sterke volken aan die een zekere varroadruk aankunnen.
  • Verzorg alleen het aantal bijenvolken dat de bijenweide in je omgeving aankan.

  • Schat de aanwezige dracht en pas je bijvoedering hierop aan.

  • Behandel je volken tegen de varroamijt op een weinig arbeidsintensieve manier.

  • Integreer koninginnenteelt in je bedrijfsmethode.

  • Ga voor een mooie honingopbrengst.

  • Recycleer je eigen bijenwas.

Voordelen van Rogers werkwijze

  • Geen voorjaarsbehandeling tegen de varroamijt, enkel een zomerbehandeling.
  • Weinig arbeidsintensieve varroabestrijding d.m.v. een arrestraam, zonder medicamenteuze bestrijdingsmiddelen.
  • Minder ramen controleren door broedbeperking.
  • Hoge honingopbrengst.
  • Koninginnenteelt is verweven met het maken van afleggers.
  • Jaarlijkse vernieuwing van bijenwas met een eigen gesloten wascircuit.

Nadelen van Rogers werkwijze

  • Regelmatig zwermcontrole nodig, maar enkel van ramen die in broedbeperking zitten.
  • Het werken met een arrestraam als varroabehandeling vergt enige voorbereiding. Het laten uitbouwen van de waswafel in de bouwmaanden april-mei en de bewaring ervan tot halfweg juli vergt enige extra handelingen. Je dient ook het extra materiaal te voorzien om het arrestraam in elkaar te steken. Dit weegt volgens Roger echter niet op tegen de vele voordelen die het arrestraam heeft (zie verder).

Doelgroep

Doordat Roger veel beginnende imkers onder zijn vleugels neemt, integreert zijn bedrijfsmethode geen ingewikkelde technieken. Zijn type arrestraam heeft hij juist ontwikkeld zodat iedereen het kan toepassen om biotechnisch de varroamijt te bestrijden. Een beginneling heeft vaak schrik van koninginnenteelt of het maken van afleggers. Maar volgens de werkwijze hier beschreven, zal je zien dat beide nog best meevallen om zelf mee aan de slag te gaan.

Benodigdheden

Een beginnend imker is geneigd om snel veel materiaal te kopen. Vaak is veel van dit materiaal overbodig en wordt het in een opwelling van enthousiasme gekocht. Vraag daarom een ervaren imker mee als je naar de imkersshop gaat, die je kan wegwijs maken in het grote aanbod. Benodigdheden als een honingslinger of waswafeltoestel kan je ook vaak in je imkersvereniging ontlenen. Kijk daarna waar je misschien best zelf kunt in investeren. Als leraar houtbewerking is het natuurlijk handig om zelf kasten en bevruchtingskastjes in elkaar te knutselen. Roger heeft zelf 3-ramers, 6-ramers, en 11-ramers (Simplex maat) in hout of in isomo staan, wat aantoont dat zijn bedrijfsmethode geen specifiek kasttype vereist. Met welk bijenras je ook werkt, deze bedrijfsmethode sluit geen enkel ras uit. Zelf werkt Roger met buckfastbijen door hun zachtaardigheid, lage zwermneiging en hoge honingopbrengst.

Doorheen het bijenseizoen

Dsc 2086 Manicured

BEGIN FEBRUARI

  • Voer bij een warme voorjaarsdag (min. 10°C) de voorjaarsinspectie uit. Kijk na of de koningin nog aanwezig is in het volk. Is er broed aanwezig? Hoe is het met de voorraad gesteld?
  • Prikkel de bijen, opdat de koningin gestimuleerd wordt eitjes te leggen. Doe dit met een deeg van 1/3 honing en 2/3 poedersuiker dat je aan het voedergat legt. Roger gebruikt hiervoor ook 0,5 kg Candipolline Gold per kast. Dit product bevat naast suikers ook proteïnen van pollen, gesteriliseerd met gammastralen. Als de bijen dit goed opnemen, geef je eventueel nog wat bij. Prikkel minimum 14 dagen. Gebruik geen vloeibare suikersiroop.
  • Controleer wekelijks de bodemlade. Deze vertelt je wat er binnen gaande is.

MAART

  • Verenig eventueel zwakke volken. Behoud hierbij de koningin van het sterkste volk. Als je schrik hebt dat het volk de koningin niet makkelijk zal aanvaarden, plaats de koningin dan in een kooitje met een beetje voederdeeg. Doordat er op dit moment meestal nog geen darren zijn, gebeurt de aanvaarding vlot.

EIND MAART

  • Neem voederramen uit het volk weg en bewaar deze in een oude  of kapotte koelkast of diepvries. Behoud enkel 2 à 3 ramen maximum met voedsel tegen de binnenzijde van de romp.

Als er toch darren zijn:

Bij buckfastbijen kan het voorkomen dat zelfs tot in oktober een late moerwisseling voorvalt. Doordat deze niet meer of slecht bevrucht werd, heeft het volk in maart een darrenbroedige moer. Deze wordt dan verwijderd uit het volk en vervangen door een reserve koningin die in de Kielerkastjes overwinterd is (zie Koninginnenteelt). Bij vereniging van volken dient dan best de koningin in een kooitje geplaatst te worden met een beetje voederdeeg met het oog op een vlotte aanvaarding.

APRIL

De bijen bouwen vlot tot boven. Als de kerselaar bloeit (afbeelding A), is het tijd om de bijen meer ruimte te geven.

  • Plaats een honingzolder op het broednest (illustratie B). Wissel hierin opgebouwde ramen af met waswafels. Honingzolders worden pas geplaatst als het volk er klaar voor is, m.a.w. als alle ramen in de broedkamer bezet zijn met bijen.
  • Start de broedbeperking op. Plaats hiervoor het broed zoveel mogelijk in de bovenste broedbak (middelste romp) en het resterende voedsel in de onderste bak. Leg boven en onder de middelste bak een koninginnenrooster. Zet de koningin in de middelste broedkamer op 9 ramen met aan beide zijden een vulblok. Als het een zeer sterk volk is, kan je ook de koningin op 11 ramen zetten. Voorzie altijd een vlieggat in de broedbak waar de koningin zich bevindt (zie opening in koninginnenrooster op figuur B) zodat de darren buiten kunnen.

Als je de zomerbehandeling tegen de varroamijt d.m.v. arrestramen doet (zie Eind juli), kan je het arrestraam met de ingebouwde waswafel best nu al laten opbouwen (afbeelding C). Plaats het raam hiervoor aan de buitenzijde in de honingzolder; het zal in deze periode snel opgebouwd worden. Hierna bewaar je het opgebouwde arrestraam in een oude of kapotte koelkast of diepvries. Voorkom dat de bijen het raam reeds vullen met honing, wat wel eens kan voorkomen bij zeer goed weer en goede dracht.

MEI

Meestal slingert Roger halfweg mei zijn lentehoning. Eind mei, na het slingeren, kunnen afleggers gemaakt worden. Dan zijn er ook reeds jonge koninginnen aan de leg in de bevruchtingskastjes.

  • Neem een 3-ramer en plaats hierin een voederraam, een opgewerkt raam en een gesloten broedraam. Klop 2 à 3 ramen met  jonge bijen af uit de honingzolder en voeg die bij de 3-ramer.
  • Plaats hierin de jonge bevruchte koningin of een rijpe dop van een geselecteerde raskoningin. Je kunt ook een raam met zwermdop(pen) in de aflegger plaatsen (afbeelding D).
  • Als de bijen extra ruimte nodig hebben, kun je alles overbrengen naar een 6-ramer. Voeg hierbij 3 opgewerkte waswafels toe aan het volk. Nadien kan het volk overgebracht worden naar een 11-ramer. De afleggers krijgen steeds een voederbak mee. Zo kunnen ze veel vlugger ontwikkelen.

Het slingeren is ook het ideale moment om oude was weg te nemen. Zo gaat Roger jaarlijks ongeveer één derde van zijn was vervangen en hersmelten tot waswafels (afbeelding E).
Als het koolzaad bloeit, verhuist Roger met zijn bijenvolkeren naar een koolzaadveld in de buurt. Niet ver daar vandaan staat ook een mosterdzaadveld (afbeelding F), waarvan de bloeiperiode meestal mooi aansluit na de bloei van koolzaad. Zo kunnen zijn bijen op beide drachten vliegen. Een bijkomend voordeel van het reizen met bijen, is dat op die plaats makkelijk afleggers kunnen gemaakt worden. Erna worden deze naar de eigen bijenstand geplaatst zonder problemen van het terugvliegen van de bijen naar de oorspronkelijke kast. Het wegnemen van gesloten broed om afleggers te maken en het geven van waswafels neemt ook de zwermlust weg. Sterke volkeren worden na de lenteoogst ook gebruikt om reserve waswafels op te bouwen. Deze opgewerkte ramen worden dan gebruikt om de afleggers verder uit te breiden.

Koninginnenteelt

Eind april, begin mei, bij aanwezigheid van darren in het volk, start Roger zijn koninginnenteelt. Hij gebruikt hiervoor verschillende types van bevruchtingskastjes: Miniplus, Apidea en Kielerkastjes. Dit komt doordat voor het reizen naar de eilanden om de koninginnen te laten bevruchten, eerst Apidea kastjes werden gevraagd. Nadien werden dit Kielerkastjes. Om Kunstmatige Inseminatie (KI) uit te voeren, is men beter af met Miniplus kastjes. Hier kan je het volk laten in uitgroeien en overwinteren. Belangrijk bij koninginnenteelt is dat de koninginnen opgekweekt dienen te worden in een zeer sterk moergoed volk waar veel voeding in de kast zit. Van dit volk wordt de honing later geslingerd. Een moerrooster scheidt het broednest van de honingzolder.

Neem de 3 middelste ramen in de honingzolder weg en plaats 2 ramen met open broed in de plaats. Laat de middelste plaats open.

Ga na één dag na of de jonge bijen goed naar boven komen. De opening dient volledig met bijen gevuld te zijn, anders is het volk niet sterk genoeg om koninginnen op te kweken.

Breng een kleine hoeveelheid geoogste koninginnenbrij aan in de dopjes in een teeltlat. Leg er met een overlarfnaald geselecteerde larfjes in (figuur A) van 2 dagen oud. Deze kunnen eventueel overgelarfd worden van het opgebouwde arrestraam waar 5 à 6 dagen voordien de koningin werd in geplaatst (zie voordelen arrestraam op p. 16). Hang de teeltlat op de lege plaats in de honingzolder. De grote massa aanwezige jonge bijen zal de larfjes goed verzorgen.

Bij het uitbouwen van de koninginnencellen wordt steeds honingwater (verhouding 1:1) in de voederbak aangeboden.

Als de moerdoppen gesloten zijn (figuur B), plaats je er een houder over (figuur C). Breng een beetje voederdeeg aan op de bodem van het houdertje. Laat de koningin in de houder uitkomen, terwijl ze nog in het volk hangt.

Breng de onbevruchte koningin in het kooitje over naar een bevruchtingskastje (figuren D en E). Ofwel laat Roger de koningin bevruchten op het eiland Marken, ofwel laat hij ze standbevruchten, ofwel laat hij ze kunstmatig insemineren. De eilandbevruchte of KI-moeren worden gebruikt voor nateelt. De standbevruchte moeren (F1) worden gebruikt in de productievolkeren.

Als de koningin in het bevruchtingskastje bevrucht werd en er is gesloten broed aanwezig, kan je ze overbrengen in een startvolkje (aflegger) of een simplex 3-ramer (figuur F). De moer wordt met een invoerkooitje met voederdeeg ingevoerd om de aanvaarding vlot te laten verlopen.

EIND MEI - JUNI: ZWERMPERIODE

Als je een zwerm hebt kunnen vangen, kan deze makkelijk behandeld worden tegen de varroamijt. Doe dit vóórdat ze gesloten broed heeft. Gebruik hiervoor oxaalzuur en behandel ofwel door de bijen te besproeien (zie hieronder) of door de kristallen te sublimeren in de kast (zie verder). Zo geef je het volk een goede varroa-arme start. Uit ervaring weet Roger dat een zwerm meestal weinig mijten heeft. De nieuwe koningin in het achtergebleven volk begint pas eitjes te leggen nadat het broed van de vorige koningin is uitgelopen. Dit uitlopend broed bevat vaak veel mijten waardoor het volk een hogere varroapopulatie met zich mee draagt dan de zwerm die is vertrokken. Dit is het uitgelezen moment om met oxaalzuur te behandelen.

EIND JULI

Slinger de zomerhoning. Behandel hierna de volken tegen de varroamijt.
Dit gaat vrij makkelijk voor de afleggers. Op het moment dat het oude gesloten broed is uitgelopen en de jonge koningin begint met leggen, is er nog geen gesloten broed aanwezig. Ideaal dus om met oxaalzuur te behandelen.

Werkwijze oxaalzuur sproeien
Maak de oxaalzuuroplossing. Voeg hiervoor 35 gram oxaalzuur toe aan 1 liter regenwater.
Zoek de koningin op en verwijder ze even uit de kast met behulp van een koninginnenklem.
Besproei alle ramen met de oplossing. Zorg ervoor dat alle bijen bedekt zijn met een fijne nevel.

Veiligheidsmaatregelen
Gebruik een veiligheidsbril, handschoenen en een mondmasker type FFP3 SL tijdens het werken met oxaalzuur. Zorg voor voldoende ventilatie bij het werken in bijenstallen.

Dsc 2450

Varroabehandeling van productievolkeren door middel van het arrestraam

Deze methode met het arrestraam is makkelijk toe te passen door beginnende imkers.

  • Het arrestraam bestaat uit een houten raam dat een beetje dunner gemaakt werd. Aan de ene kant bevestig je een metalen plaat waar een waswafel op geplakt zit. Aan de andere kant van het raam bevestig je een koninginnenrooster. Ideaal werd de waswafel in dit arrestraam reeds opgebouwd in april-mei (zie hierboven).
  • Sluit de week vóór het slingeren van de zomerhoning de koningin op in het opgebouwde arrestraam dat je naast het broednest plaatst. Hierin zal de koningin 20 dagen vertoeven. Verwijder de 2 koninginnenroosters tussen de broedbakken.
  • Als het raam voordien reeds werd uitgebouwd, zal de koningin onmiddellijk op dit raam haar eitjes leggen. Als het overige broed in de kast is uitgelopen, kunnen de varroamijten enkel nog naar het broed in het arrestraam kruipen.
  • Eens het broed in het arrestraam verzegeld is, verwijder je het uit het volk. In één beweging is een groot deel van de mijten reeds geëlimineerd. Dit zie je op de afbeelding hieronder waarbij het overgrote deel van het broed in het arrestraam met mijten is geïnfecteerd.
  • Alvorens de koningin vrij te laten in het volk, kan je een behandeling met oxaalzuur uitvoeren zodat ook de achterblijvende mijten worden afgedood.
Afbeelding A

Voordelen van het arrestraam:

Als het volk in zwermstemming is, kan je de koningin in het arrestraam opsluiten. In de varroabestrijding wordt het arrestraam ingezet om varroa’s te vangen. Verwijderen van dit arrestraam uit het volk, vermindert gevoelig de mijtenpopulatie. Overlarven voor koninginnenteelt wordt veel makkelijker. Doordat de koningin maar op 1 raam kan leggen, ken je exact de leeftijd van de larfjes. Bovendien kan je met de overlarfnaald niet door de cel prikken, simpelweg door de plaat die achter de waswafel zit. Bij het schuin houden van het raam om de larfjes er uit te halen, kan er ook geen honing uit het raam druppen, wat alles makkelijker werken maakt.

Nadelen van het arrestraam:

De waswafel blijft niet altijd goed aan de metalen plaat hangen en ze gaat door de warmte makkelijk loskomen. Hierdoor kunnen bijen soms aan de achterkant van de waswafel beginnen bouwen. Dit is echter na enkele dagen reeds zichtbaar, waardoor je nog altijd kunt ingrijpen door de waswafel terug op zijn plaats te duwen. Tijdens het opbouwen van de waswafel in het arrestraam gaan de bijen er bij goede dracht al snel honing in opslaan. Haal daarom het raam snel genoeg terug uit de kast.

Oxaalzuursublimatie na verwijderen arrestraam

Na het arrestraam voert Roger een tweede behandeling uit door oxaalzuur te sublimeren. Na de behandeling d.m.v. arrestraam gecombineerd met oxaalzuursublimatie, zul je voor 99% je varroamijten kwijt zijn. Dit is meer dan aanvaardbaar, aangezien een volk volledig varroavrij krijgen nagenoeg onmogelijk is. Na het verwijderen van het arrestraam wordt de koningin terug vrijgelaten in het volk. De eerste nakomelingen die ze hier maakt zullen de bijen zijn die de winterbijen gaan verzorgen. Deze bijen krijgen zo een zeer goede varroa-arme start, wat de overwintering ten goede zal komen.
Doordat geen broed in het broednest aanwezig is, is dit ook het ideale moment om vervuilde wasraten uit het volk te verwijderen.

Werkwijze

Roger gebruikt de klassieke Varrox-verdamper die hij onder de ramen aanbrengt. De dosis oxaalzuurpoeder die hij hanteert is 1 gram per romp van 11 ramen.
Hij sublimeert zijn volkeren 2 maal met een tussenpauze van 4 dagen.

Veiligheidsmaatregelen

Een FFP3 masker zoals bij besproeien met oxaalzuur is niet voldoende om oxaalzuur in zijn gasfase en de giftige mierenzuur en CO dampen die als bijproduct vrijkomen na sublimatie tegen te houden. Gebruik hiervoor echter een halfgelaatsmasker met gasfilters, gecombineerd met een veiligheidsbril en handschoenen. Zorg voor voldoende ventilatie bij het werken in bijenstallen.

AUGUSTUS

  • Vervang de koningin ieder jaar in de productievolkeren. De ‘oude’ standbevruchte koninginnen die goed gepresteerd hebben, worden weggegeven aan collega imkers en vervangen door jonge bevruchte koninginnen.
  • Start met de inwintering, onmiddellijk na het slingeren van de zomerhoning. Kijk hiervoor na hoeveel voedsel het volk in de kamers heeft opgeslagen. Voeder bij met een 3:2 suikeroplossing. Dien dit in fasen toe tot maximaal 12 kg voeding in het volk aanwezig is.
  • Kijk na of alles goed opgeslagen is en er geen stille roverij gebeurd is. Eind augustus is de inwintering gefinaliseerd.

SEPTEMBER TOT JANUARI

Roger controleert de mijtenval niet meer tijdens deze periode. Zijn volken krijgen geen winterbehandeling en worden pas in februari terug geïnspecteerd. 

Samengevat

Met varroa-arme bijenvolken en jonge vitale koninginnen ga je meestal een geslaagde overwintering tegemoet. Roger De Vos

Bijen houden is enerzijds goed begrijpen waarom de bijen doen wat ze doen, maar anderzijds ook een zekere vorm van aanvoelen en intuïtie. Verstoor je volk niet te vroeg in het voorjaar, maar tracht subtiel na te gaan of het volk al dan niet in de problemen zit. Vanaf april geef je het volk geleidelijk aan meer ruimte en bij goede voorjaarsdracht kan je een mooie hoeveelheid honing oogsten. Combineer het maken van afleggers met het reizen naar specifieke drachten indien mogelijk. Veel beginnende imkers hebben schrik van het starten met koninginnenteelt, maar met de beschreven technieken valt dit best mee. Het geeft je zoveel fierheid achteraf als je eigen gekweekte koninginnen in de bevruchtingskastjes aan de leg gaan. De bestrijding van de varroamijt vergt een constante creativiteit van de imker. Als je met oxaalzuur behandelt, is het belangrijk om een broedloze fase in te lassen. Door de koningin 20 dagen op te sluiten in een arrestraam en het verzegelde broed nadien te verwijderen, ga je reeds een groot deel mijten elimineren. Door hierna een oxaalzuursublimatie uit te voeren, zouden de volkeren varroa-arm moeten zijn. Zorg hiernaast voor jonge vitale koninginnen en de succesvolle overwintering van het volk zou een feit moeten zijn.