Invoeren van een rijpe koningin via de kunstzwerm-methode
Een methode met heel wat troeven
Hoog zijn de verwachtingen bij het invoeren van een kostbare koningin met bijzondere eigenschappen. Maar dikwijls blijft jammer genoeg alleen de netjes afgestempelde teeltkaart over ter nagedachtenis, als blijkt dat deze koningin is omgekomen. Nochtans kan het invoeren van een koningin op een veilige en bovendien efficiënte manier, dankzij de kunstzwerm-methode.
De kunstzwerm bestaat hoofdzakelijk uit jonge bijen. Dit nieuw bijenvolkje is broedloos en heeft dus geen mogelijkheid doppen aan te zetten. Het krijgt een kwaliteitsvolle nieuwe koningin in een kooitje. Alle omstandigheden zijn dus optimaal voor een succesvolle invoerprocedure.
In een omgeving met jonge, vitale bijen kan de koningin haar kwaliteiten maximaal uiten. De kunstzwerm is vrij van broed, de ideale situatie voor een efficiënte anti-Varroa-behandeling. Het aantal behandelingen kan tot een minimum worden herleid (zie opmerking).
De kunstzwerm wordt ook op nieuwe raten gezet, nog een pluspunt voor ziektepreventie in het algemeen. Nieuwe volken kunnen volgens de kunstzwerm-methode op een uniforme wijze worden samengesteld. Dit laat toe deze volken en hun koningin onderling te vergelijken bij het beoordelen van hun gedragseigenschappen en prestaties. Het is een voorbeeld van consequent en methodisch imkeren, belangrijk bij het beheersen van de huidige bijensterfteproblematiek.
Er wordt in deze brochure ook speciaal aandacht besteed aan zowel de zorg vóór als na de invoerprocedure. Alles samen kan dit resulteren in een duurzamer inzetten van zorgvuldig geteelde koninginnen met veelbelovende teeltwaarden.
Opmerking
Als de kunstzwerm in juni wordt gemaakt zijn twee behandelingen nodig, één bij de start en nog een gepaste winterbehandeling in de broedloze periode. Bij het opzetten na de zomeroogst, kan de startbehandeling volstaan en is de winterbehandeling te overwegen.
Voor een doeltreffende Varroa-beheersing kan ook gesteld worden: beter meerdere kleinere standen dan een kleiner aantal grotere standen, beter verspreide opstelling van de volken dan plaatsing in een rij. Het is dus aan te raden de nieuwe volken die op hetzelfde ogenblik werden gestart naar een afzonderlijke onbevolkte bijenstand te verplaatsen om Varroa-herbesmetting tot een minimum te beperken. Indien je niet beschikt over een extra bijenstand, helpt het ook om de nieuwe volken uit de rij van productievolken te zetten en verspreid op te stellen.
Over welke koninginnen gaat het?
Het gaat om jonge bevruchte koninginnen die bovendien rijp zijn. Ze moeten dus gecontroleerd zijn op de productie van zowel gesloten als uitlopend werksterbroed!
De koninginnen dienen ook begeleid te zijn van een teeltkaart die verwijst naar de herkomst en de verwantschappen. Het zijn koninginnen met goede te verwachten eigenschappen, zeker wat zachtaardigheid en vitaliteit betreft.
Welke volken worden ingezet voor het maken van de kunstzwerm?
Bijen worden verzameld uit gezonde volken die moerecht zijn en waarvan het broednest een “normale” ontwikkeling vertoont. Gebruik geen probleemvolken zoals moerechte maar langdurig darrenbroedige volken, moerloze volken zonder broed of met darrenbroed afkomstig van leggende werksters. Liefst geen volken inschakelen die op zwermen staan. Zijn reeds gesloten redcellen aanwezig en worden bijen rechtstreeks uit het broednest genomen, dan is de kans groot dat een onopgemerkte koningin voor spelbreker gaat zorgen.
Het is sterk af te raden volken met een abnormaal hoge Varroa-aantasting in te zetten bij deze invoermethode van koninginnen. Binnen het kader van volksvernieuwing (zie aandachtspunten) kan de methode wel, dit als laatste redplank voor het betreffende volk.
Nog enkele aandachtspunten:
• Stel de koninginnen niet bloot aan temperaturen hoger dan 33°C. Leg de kooitjes dus zeker niet in volle zon (zoals bijvoorbeeld op de achterbank van de wagen).
• Plaats ze niet op een te kille plaats (bijvoorbeeld koelkast) op hete zomerdagen.
• Hou ze niet in een ruimte waar pesticiden worden bewaard of waar anti-insect-strips hangen.
• Geef de koningin geen “koude douche” als je haar te drinken geeft.
De verzorging van de koningin verdient aandacht vanaf afhaling of bij ontvangst
Breng de koningin samen met de begeleidende bijen over in een invoerkooitje, indien het transportkooitje ongeschikt is voor het invoeren.
Controleer op voldoende suikerdeeg. Leg een bevochtigd propje watten bovenop de geperforeerde wand van het kooitje.
Bewaar de koningin in afwachting van het invoeren op een donkere plaats bij een temperatuur rond de 20°C. Het invoeren van de koningin gebeurt bij voorkeur binnen de drie dagen na afhaling of ontvangst.
Wanneer in het seizoen?
Vanaf de voorjaarsoogst kan je de werkwijze reeds toepassen, op voorwaarde dat je natuurlijk beschikt over de in te voeren koninginnen. Ook bij combinatie met de zomeroogst, kan je heel wat tijd besparen. De opgebouwde honingramen die vrijgekomen zijn na de lenteoogst kunnen nu dienen om het nieuwe bijennest aan te vullen. De ramen van broedkamer en honingzolder moeten dan wel onderling uit te wisselen zijn.
Ook al zijn er geen koninginnen op het ogenblik dat je honing oogst, er is niets dat je belet deze kunstzwerm-methode op een ander moment toe te passen. Het vraagt alleen wat extra werk.
Geen gespecialiseerd materiaal vereist
De behuizing bestaat uit (te beginnen van beneden naar boven):
• De bodem: Varroa-bodem met schuif. Ook een gesloten tussenbodem of dekplank afgeboord met latjes van 8 mm kan worden gebruikt.
• Een lege romp.
• Een tweede met ramen gevulde romp (zie verder).
• De afdekking: een separator of een extra Varroa-bodem, die onderste boven wordt gebruikt.
• Een spanriem om het geheel samen te houden.
Klaarzetten van de bijenkast
• Plaats de lege romp bovenop de bodem en maak ze goed vast met bijvoorbeeld tape of nog beter met een bevestigingssysteem.
• Zet hierop de tweede romp en voorzie deze in het midden van twee waswafels. Vul aan met recent opgebouwde lege honingramen en/of waswafels al naargelang het seizoen. Je kan ook een extra honing- en stuifmeelraam meegeven. Gebruik in geen geval bebroede raten!
• Breng bovenop de toplatten een kunststofplaatje met voederdeeg en een sponsje gedrenkt in
water. (Ingrediënten voederdeeg: 10 kg poedersuiker, 2 kg honing, +/- 0,2 liter water)
• Leg hierop de afdekking.
Het maken van de kunstzwerm, stap voor stap
Jonge bijen worden verzameld
1. Geef ruimschoots rook via het bodemrooster van het moedervolk. Drijf zo bijen uit de broedkamers via het koninginnenrooster naar de honingzolder.
2. Geef ze wat tijd maar wacht ook niet te lang om de honingzolder naast de bijenkast te plaatsen, anders lopen de bijen terug naar het broednest.
3. Geef ze wat tijd maar wacht ook niet te lang om de honingzolder naast
de bijenkast te plaatsen, anders lopen de bijen terug naar het
broednest.
4. Haal de bijen voor de kunstzwerm uit de honingzolder. (zie opmerking 1)
5. Veeg de bijen in een open mand (box) of ruime emmer. Stoot de bijen regelmatig naar beneden er op lettend dat deze niet over de rand hangen. Stimuleer op die manier het afvliegen van de vliegbijen om zo overwegend jonge bijen over te houden in de mand.
6. Oogst zoveel bijen tot je voldoende gewicht hebt voor het maken van een kunstzwerm. Voor elke kunstzwerm neem je een gelijk gewicht aan bijen (in juni minimum 1,5 kg en in juli tot 2,5 kg bijen). (zie opmerking 2)
Opmerking 1: Werken met een tussenromp of "knecht" voor het verzamelen van bijen
Plaats een lege romp tussen honingzolder en broedkamer, onderaan begrensd door een tussenbodem of separator (vlieggat gesloten!) en bovenaan door een bijendrijver. Na bepaalde tijd kun je moeiteloos de bijen rechtstreeks afvegen van de randen van de tussenromp in de mand of ruime emmer.
Opmerking 2:
Je kunt ook jonge bijen uit verschillende volken samenbrengen en herverdelen over verschillende kunstzwermen. Bij de methode "volksvernieuwing" is dit gebruikelijk bij het opdoeken van de productievolken na de zomeroogst.
Koningin en bijen overbrengen naar de kast
Giet de bijen uit mand of box over in een ruime plastic emmer en sluit af met een gaas of stuk glasgordijn. Neem de kunstzwerm mee naar de plaats waar je de bijenkast hebt klaargezet. Werk verder op een beschaduwde plaats.
Extra veiligheidscontrole op ongewilde koninginnen. Twijfel je eraan dat de kunstzwerm niet vrij is van ongewilde koninginnen, dan kun je deze aan een extra controle onderwerpen. Onopgemerkte koninginnen haal je er zo uit met de zwermzeefkast. Met dit toestel jaag je bijen op een doeltreffende manier door een koninginnenrooster.
Om echter geen onnodig werk te verrichten, kun je bij het opzetten van de zwerm eerst het volgende doen: breng tussen de onderste romp en de romp met de ingekooide koningin een plaat met in het midden een opening (dekplaat met voederopening of bijenuitlaat). Zitten de meeste bijen na een dag arrest nog beneden en hangen ze in tros, dan is dit een goede indicatie dat een ongewilde koningin zich hierin bevindt. Pas dan de zwermzeefkast-methode toe. Je haalt er zeker een koningin uit.
Verwijder de bijen die de koningin begeleiden uit het kooitje. Hang nu het kooitje met de koningin
tussen twee waswafels in het midden van de bovenste romp. Zorg er dus voor dat de ruimte rond het kooitje straks voldoende contact toelaat tussen de omringende bijen en de opgesloten koningin en dat de opening voor het bevrijden van de koningin niet belemmerd wordt.
Verwijder het plastiekstripje van het kooitje. Sommige imkers behouden het stripje tegen het uitzakken van de suikerdeeg. Zet dan wel het schuifje open ter hoogte van de voederdeeg, juist wijd genoeg om de koningin door te laten! Let er hierbij op dat de suikerstop de koningin belet te ontsnappen.
Leg nu het kunststofplaatje met voederdeeg en het sponsje met water terug.
Sluit de bovenste romp af met de separator of met omgekeerde Varroa-bodem en plaats het geheel opzij zo dat de onderste (lege) romp vrijkomt.
Stoot nu de emmer met kunstzwerm en maak er afwisselend een draaiende beweging mee totdat de bijen een hechte cluster vormen. Je kan ze op dit moment behandelen met een gepast (bedruppelen) wettelijk toegelaten anti-Varroa-bestrijdingsmiddel. (In dit geval gebruik je als bodem een Varroa-bodem met schuif ter controle van het aantal gevallen mijten.)
Als de kunstzwerm behandeld wordt vóór deze op de raten inloopt, is er weinig of geen kans op residuvorming in de was, onafgezien van het gebruikte product.
Werk bij de volgende stappen vlug en trefzeker. Verwijder de afdekking van de emmer en benevel de bijen ruim met water. Giet de bijen in de onderste romp, plaats hierop de afgesloten bovenste romp en zet het geheel vast met een spanriem.
Het nieuwe bijenvolk in arrest
Hou de bijen één tot drie dagen opgesloten in een donkere, koele omgeving. Het bijenvolk en de koningin hebben nu de gelegenheid een harmonische eenheid te vormen. Hou de kast gedurende minstens twee dagen gesloten, zeker als je het nieuwe volk op dezelfde stand als het moedervolk plaatst. De bijen verplaatsen zich spontaan naar de koningin.
Het volk kiest bij deze werkwijze als het ware zelf voor de koningin. Bij de gebruikelijke invoermethodes zou je eerder kunnen stellen dat ze “gedropt” wordt, dikwijls tegen wil en dank van het volk.
Het bijenvolk wordt vrijgelaten
Na de arrestperiode plaats je het volk op de standplaats buiten. Laat de bijen heel vroeg of tegen valavond vrij. Heb je het vlieggat ’s morgens vroeg geopend, dan wordt diezelfde dag nog heel wat stuifmeel binnengebracht.
Bij het open zetten herschik je de onderdelen en bekijk je het kooitje om te zien of de koningin reeds bevrijd is. Beperk je hiertoe en doorzoek de kast niet. De koningin loopt anders kans te worden ingebald.
Nazorg
De koningin wordt gedoogd, maar nog niet aanvaard
De eerste controle op aanwezigheid van eitjes en /of koningin gebeurt ten vroegste tien dagen na het opzetten van de kunstzwerm.
Hou rekening met mogelijke wisseldoppen. Wisseldoppen zijn koninginnencellen die worden aangezet met de bedoeling de aanwezige koningin te vervangen zonder dat er eigenlijk sprake is van zwermneiging. Dus wekelijks nakijken op koninginnencellen. Indien aanwezig, volstaat het deze uit te breken. Herhaal tot de neiging ophoudt. Pas dan is het gevaar geweken voor een stille moerwissel.
Ook de voedselvoorraad is van levensbelang
Hou de voedselvoorraad in het oog en herschik indien nodig de raten in functie van de ontwikkeling van het bijenvolk. Voeder bij met voederdeeg of een suikeroplossing (verhouding 1:1) en hang reserveramen met stuifmeel in als het bijenvolk er niet in slaagt zichzelf voldoende te voorzien.
Het nieuwe volk begint met een propere lei
Geef deze kunstzwerm mogelijks binnen de week en zeker voor er gesloten broed is een gepaste (geen langdurige behandelingen in het broednest) anti-Varroa-behandeling mocht dit nog niet gebeurd zijn.
De kunstzwerm vertoont soms de neiging tot ontvolken
Bij het vrijlaten van de kunstzwerm kunnen heel wat bijen terugvliegen naar het moedervolk als deze op dezelfde stand wordt gehouden. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een te korte arrestperiode. Als deze trend zich echter verder doorzet, kan dit ook wijzen op vroegtijdig verlies van minderwaardige bijen (bijen met verkorte levensduur) bijvoorbeeld afkomstig van een moedervolk met sterke varroaaantasting. Je kan dit corrigeren door bij te tanken met extra antivarroabehandelde bijen.
Wat als je na 10 dagen bij de eerste controle noch de koningin, noch eitjes terugvindt? Terug naar start!
Auteur |
Wilfried Ramon |
Nazicht technieken |
Harry Daems, Marco De Pauw, Roger De Vos, Frans Declercq, Achiel Dhooge, prof. dr. Frans Jacobs, Staf Kamers, Hubert Seevens, Hubert Swinnen |
Nazicht taal |
Julia Brems, Ghislain De Roeck |
Foto's technieken |
Wilfried Ramon, prof. dr. Octaaf Van Laere |
Overige foto's |
Jorgen Ravoet, www.shutterstock.com |
Lay-out |
Koen Beeuwsaert |
Verdere ondersteuning |
Katrien De Keukelaere, Jeroen Eerens, Bernadette Rotthier |
Coördinatie |
prof. dr. Dirk de Graaf |
Verantwoordelijke uitgever |
Koninklijke Vlaamse Imkersbond vzw, Meidoornstraat 27, 2260 Westerlo |
Literatuurlijst |
• Pfefferle, K., Borms, J. en De Croock, R. (2003), “De Rotatiemethode”, Maandblad van de Vlaamse Imkersbond 5 p108-111
• van Praagh, J. (2009), “Rotatiemethode Imkerscongres Geel”, Maandblad van de Vlaamse Imkersbond 1 p9-10 en 2 p9 • Cornelissen, B., Blaccquière, T. en van der Steen, S. (2010), “Effectieve Bestrijding van Varroa”, Bijen@wur p33-37 en p45-48 • Beullens, P., Fret, G., Gregori, J., Harriet, J., Moretto, G., Rodes, J. et al. (2011), “Dossier Invoeren van Koninginnen”, De Vlaamse Imker • de Miranda, J., (2011), “Virussen bij bijen”, Bijenhouden , p 4-6 • Wigersma, J.H., (1950), “Koninginneteelt: Een handleiding uit de practijk voor de practijk”, N.V. Uitgeversmaatschappij, Kluwer-Deventer-Djakarta • Celle Dustmann, H., und Schönberger, E. (1995), “Bienenhaltung in der Rotation, ein wirksamer Weg zum Vorbeugen von Bienenkrankheiten”, DVD - IWF Wissen und Medien • Büchler, R., Tiesler, F. und Garrido, C. (2007), “Selektion der Honigbiene”, DVD - IWF Wissen und Medien • Büchler, R., Poker, V. und Brunnemann, G. (2011), “Befallsmessung mit Puderzucker Schritt für Schritt”, ADIZ 8 p9. • Ritter W. und Büchler, R., (2011), “Winterbehandlung, aber richtig”, ADIZ 11 p12-13 • (2007), “Foul brood disease of honey bees: recognition and control”, www.defra.gov.uk |
Digitale versie |
Download pdf |